Afvalstoffenverordening Breda 2004 Toelichting ARTIKEL 30 In artikel 10.25, onder a en b Wm is voortaan de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artikel in de afvalstoffenverordening. Van belang is dat dit artikel voortaan niet meer is gebaseerd op de Gemeentewet. Lid 1 De grondslag voor het eerste lid is opgenomen in artikel 10.25, onder a Wm. Zie hiervoor ook de Memorie van Toelichting, die over artikel 10.25 Wm zegt: "De onderdelen a en b hebben betrekking op zwerfafval. Onderdeel a betreft het voorkomen of het beperken van zwerfafval. Regels hieromtrent kunnen op diverse wijzen worden gesteld. Zo kunnen er regels worden gesteld omtrent het direct veroorzaken van dit soort verontreiniging." Het eerste lid beoogt het ontstaan van zwerfafval bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te voorkomen. Lid 2 Het tweede lid vloeit voort uit artikel 10.25, onder b Wm. De memorie van toelichting zegt hierover: "De onderdelen a en b hebben betrekking op zwerfafvalOnderdeel b betreft het opruimen van zwerfafval." Dit artikel is dus een uitwerking van artikel 10.25, onder b Wm in de vorm van een verplichting tot het reinigen of laten reinigen van de weg bij het ontstaan van zwerfafval. De opneming van het tweede lid heeft vooral betekenis in verband met het op kosten van de overtreder laten reinigen van de weg (bestuursdwang). ARTIKEL 31 Artikel 10.17 Wm (oud) In artikel 10.17 Wm (oud) was een algemeen verbod opgenomen om een autowrak aanwezig te hebben op een voor het publiek zichtbare plaats (met als doel dreigende bodemverontreiniging en schade aan het stads- of dorpsbeeld te voorkomen). Dit verbod is in de Wet milieubeheer komen te vervallen. In artikel 10.25, onder c, Wm is voortaan de basis gelegd voor het opnemen van een dergelijk artikel in de afvalstoffenverordening. Bij de afvalstoffenverordening kunnen voortaan in ieder geval regels worden gesteld omtrent het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen. Artikel 10.25, onder c, Wm strekt mede ter vervanging van artikel 10.17 Wm (oud) en geldt nu voor de opslag van alle afvalstoffen. Net als bij de bepalingen over zwerfafval, die zijn gebaseerd op artikel 10.25, onder a en b, Wm is ook hier sprake van facultatief medebewind. Definitie autowrak Op 2 juli 2002 is het Besluit beheer autowrakken (hierna te noemen BBA, zie Staatsblad 2002,259) in werking getreden. Het begrip autowrak wordt in artikel 1, onder b, BBA als volgt gedefinieerd: "voertuig dat een afvalstof is in de zin van artikel 1.1 lid 1 van de Wm". De Wet milieubeheer definieert het begrip afvalstof als: "alle stoffen, preparaten of andere producten waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen". Door deze definities wordt een autowrak altijd aangemerkt als afvalstof en valt hiermee dus onder de werking van deze bepaling. Artikel 5.1.4 model-AP V Artikel 31 beoogt het belang van het milieu te beschermen. Ten aanzien van autowrakken die op de weg zijn geplaatstzie ook artikel 5:1.4 model-APV. Dit artikel heeft een aanvullend motief op grond van de verkeersveiligheid. ARTIKEL 32 Nieuw wettelijk regiem autowrakken De regelgeving voor autowrakken is in 2002 drastisch gewijzigd. Op 8 mei 2002 is de wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen, Staatsblad 2001, 346) gedeeltelijk in werking getreden. Op 2 juli 2002 is het Besluit beheer autowrakken (Staatsblad 2002, 259) in werking getreden. Het nieuwe Besluit Beheer Autowrakken (hierna te noemen BBA) verplicht autofabrikanten om een hoogwaardig inname- en verwerkingssysteem voor autowrakken op te zetten. In artikel 1 onder b BBA wordt autowrak namelijk als volgt gedefinieerd: "voertuig dat een afvalstof is in de zin van artikel 1.1 eerste lid van de Wet milieubeheer." 18

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 73