Afvalstoffenverordening Breda 2004
Toelichting
Zich ontdoen van een autowrak door huishoudens
Dit artikel is een uitwerking van artikel 6 BBA. Hierin is de afgifte van autowrakken van autowrakken door
huishoudens geregeld. Op grond van artikel 6 BBA moeten gemeenten in hun afvalstoffenverordening bepalen
dat een autowrak, zijnde een huishoudelijk afvalstof, slechts mag worden afgegeven aan
autodemontagebedrijven, garages en autoschadeherstelbedrijven of aan een persoon die in een ander land dan
Nederland is gevestigd (onder strikte voorwaarden).
Op grond van artikel 7 BBA worden autowrakken, afkomstig van huishoudens uitdrukkelijk uitgezonderd van de
gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval.
Definitie autowrak
In artikel 1.1. lid 1 Wm (oud) werd de definitie van autowrak gegeven, met een nadere uitwerking in het Besluit
nadere omschrijving begrip afvalstoffen. Het begrip autowrak wordt nu gedefinieerd in artikel 1 onder b BBA
als: "voertuig dat een afvalstof is in de zin van artikel 1.1 lid 1 van de Wm."
De Wm definieert het begrip afvalstof als volgt: "alle stoffen, preparaten of andere productenwaarvan de
houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen". Zie voor de volledige definitie het
commentaar op artikel 1 van deze verordening.
In de Nota van toelichting van het BBA wordt nader ingegaan op het begrip autowrak.
"De houder van een voertuig zal zich doorgaans zich daarvan ontdoen, voornemens zijn zich daarvan te ontdoen
of zich daarvan moeten ontdoen, wanneer het voertuig rijtechnisch in onvoldoende staat verkeert en het niet
meer op rendabele wijze in een rijtechnisch voldoende staat is te brengen. Een motorrijtuig verkeert in een
rijtechnisch onvoldoende staat wanneer het niet voldoet aan de wettelijke inrichtingseisen, genoemd in de
wegenverkeerswetgeving of aan de aplc-eisen of andere ernstige technische gebreken kent, bijvoorbeeld of
essentiële onderdelen zijn gedemonteerd. Voor het beantwoorden van de vraag of een voertuig op rendabele
wijze weer in rijtechnisch voldoende staat te brengen is, kan worden uitgegaan van de richtprijzen voor gebruikte
voertuigen en van de door garages en schadeherstelbedrijven gehanteerde tarieven voor
reparatiewerkzaamhedenDe vraag of sprake is van een autowrak zal van geval tot geval door een persoon
belast met de handhaving bepaald moeten worden op grond van de wet- en regelgeving en de jurisprudentie
terzake".
Er is dus sprake van een autowrak indien een voertuig niet meer op economisch rendabele wijze in rijtechnisch
voldoende staat is te brengen.
ARTIKEL 33
Aanduiding strafbare feiten
In dit artikel worden de bepalingen opgesomd die als strafbaar feit worden aangeduid om strafrechtelijk
gehandhaafd te kunnen worden.
De strafbaarstelling van artikel 10.23 Wm over de gemeentelijke afvalstoffenverordening is geregeld in de Wet
op de economische delicten (Wed). Aangezien niet alle bepalingen in de afvalstoffenverordening zich voor
strafrechtelijke handhaving lenen, is de strafbaarstelling geclausuleerd.
Artikel la, aanhef, onder 3° Wed luidt:"Economische delicten zijn eveneens: overtredingen van voorschriften
gesteld bij of krachtens: de Wet milieubeheer, 10.23 - voorzover aangeduid als strafbare feiten - en
In de afvalstoffenverordening moet daarom worden aangegeven welke overtredingen (lees: de overtreding van
welke artikelen) een strafbaar feit opleveren. Uitsluitend indien dat het geval is, vormt de overtreding een
economisch delict in de zin van artikel la, onder 3° Wed.
Strafmaat
In de Wed is de strafmaat aangegeven van overtredingen van plaatselijke verordeningen die gebaseerd zijn op de
Wet milieubeheer. In het geval van de afvalstoffenverordening hechtenis van ten hoogste zes maanden of een
geldboete van de vierde categorie. Artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht stelt de hoogte van een
boete van de vierde categorie vast op maximaal 11.250 euro. Artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht geeft de
officier van justitie de mogelijkheid om met een boete strafvervolging te voorkomen.
Het openbaar ministerie heeft landelijke richtlijnen opgesteld voor boetes. De boete voor het verkeerd aanbieden
van huishoudelijk afval of voor zwerfafval is op dit moment (december 2003) gesteld op een standaardbedrag
van 46 euro. Dit tarief is voor de gemeente niet kostendekkend.
ARTIKEL 34
19