Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 22689] Dienst/afdeling: JP Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 3 Aantal bijlagen: -- Het toekennen van een verzoek om planschadevergoeding op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan de heer R.G. Tordoir, Kraaijenbergsestraat 2 te Ulvenhout. De heer R.G. Tordoir, Kraaijenbergsestraat 2 te Ulvenhout heeft een verzoek om planschadevergoeding ingediend. Verzoeker is van mening dat hij schade lijdt in de vorm van waardevermindering van zijn onroerend goed. Deze waardevermindering is het gevolg van de realisering van woningen gelegen tegenover zijn woning in het toen aldaar vigerende bestemmingsplan Kraaijenberg. Tevens is de waardevermindering het gevolg van de realisering van een woning met tuinhuis op het naast zijn woning gelegen perceel Kraaijenbergsestraat 2 a te Ulvenhout. In de vergadering van 16 juli 2003* heeft ons college besloten het verzoek ontvankelijk te verklaren en voor advies in handen te stellen van de schadebeoordelingscommissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken te Rotterdam. Het door de schadebeoordelingscommissie uitgebrachte advies is op 15 januari 2004 ingekomen en voor uw raad ter inzage gelegd. Te besluiten tot het toekennen aan verzoeker van planschade op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, een en ander overeenkomstig het bij dit voorstel behorende concept-raadsbesluit. De woning Kraaijenbergsestraat 2 van belanghebbende is gelegen in het thans vigerende bestemmingsplan Woongebied Ulvenhout. Dit bestemmingsplan werd door de raad vastgesteld in zijn vergadering van 20 april 2000 en door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurd bij besluit van 7 november 2000. Ten tijde van de aankoop door belanghebbende van het perceel Kraaijenbergsestraat 2 vigeerde voor dit perceel en het naastgelegen perceel Annevillelaan 77 het bestemmingsplan Buitengebied, 1e herziening. Voor het direct omliggende gebied vigeerde het bestemmingsplan Buitengebied. De woning van belanghebbende werd in dit bestemmingsplan omgeven door gronden met de aanduiding "Agrarisch gebied met landschappelijke waarde". Aan de gronden gelegen tegenover zijn woning werd de nadere aanduiding "A" gegeven, hetgeen inhield dat deze gronden een bufferzone waren tussen het buitengebied en de dorpskom ter bescherming van het leefmilieu in de kom. Deze gronden konden bebouwd worden met bouwwerken welke uit een oogpunt van doelmatige agrarische bedrijfsvoering ter plaatse noodzakelijk waren, zoals veldschuren, schuilgelegenheden en melkstallen. Aan de oostzijde van het perceel van belanghebbende bevond zich een perceel met de nadere aanduiding "Agrarisch bouwblok A" Aan het perceel van belanghebbende en het ten westen gelegen perceel werd in het bestemmingsplan Buitengebied, 1e herziening de bestemming "Woondoeleinden A" gegeven. Deze gronden waren bestemd voor vrijstaande eengezinswoningen met bijbehorende bijgebouwen, bouwwerken geen gebouwen zijnde, tuinen en erven. Het bebouwingsvlak gelegen ten westen van het perceel van belanghebbende was gesitueerd op een afstand van ongeveer 28 meter van het bebouwingsvlak van het perceel van verzoeker. De tussenliggende grond is tuin en/of erfgrond. Door de raad van de voormalige gemeente Nieuw-Ginneken werd op 21 december 1993 het bestemmingsplan Kraaijenberg vastgesteld, Bij besluit van 4 juli 1994 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant dit bestemmingsplan goedgekeurd. De gronden tegenover de woning van belanghebbende hadden in dit bestemmingsplan de bestemming "Woondoeleinden Wo". Op deze gronden mochten vrijstaande en halfvrijstaande woningen in maximaal twee bouwlagen worden gebouwd. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 30