VERSLAG 1.2003.0145.001 van de hoorzitting, gehouden op 27 augustus 2003 om 15:00 uur, in het kader van de behandeling van het bezwaarschrift van de heer en mevrouw Gorree-Verhoeve, met betrekking tot het besluit van de raad tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een drietal locaties gelegen in het buitengebied van Breda, w.o. Oude Liesboslaan 207. Aanwezig: Mr. J.A. de Boe - voorzitter hoorcommissie Mw.mr.C.J.A.M. Merkx - lid, tevens rapporteur O. Dijkstra - lid mr. M. van Dongen - ambtelijke bijstand hoorcommissie mr.P.Ruis - gemachtigde namens de raad mr. E.P. Elink Schuurman - gemachtigde van reclamanten De voorzitter opent de hoorzitting, hij stelt de aanwezigen voor en geeft het woord aan de rapporteur. De rapporteur vraagt of gemachtigde van reclamanten nog iets aan het bezwaarschrift heeft toe te voegen. Gemachtigde wijst op de lange voorgeschiedenis van dit dossier. Zijn cliënten opponeren al geruime tijd tegen de bedrijfsactiviteiten van dhr. Bijleveld op perceel Oude Liesboslaan 207 en verzetten zich nu tegen de bereidheid van de gemeente om de gewraakte activiteiten te reguleren. Gemachtigde wijst er op dat uit de meest recente reactie van B&W op de inspraakreacties (brief van 20 augustus 2003) blijkt dat de gemeente uitsluitend het oog heeft op regulering van de activiteiten aan huis en niet de overige bedrijfsactiviteiten, zoals met name in het bezwaarschrift van zijn cliënten en overige inspraakreacties zijn aangehaald (bedrijfsauto's, reclameborden, opslag etc.). Hij is van mening dat een dergelijke regulering op gespannen voet staat met het verzoek om vrijstelling, waaraan de gemeente anderszins stelt te willen tegemoetkomen. Hij is beducht dat als een en ander niet haarzuiver wordt vastgelegd, wederom nieuwe procedures zijn te verwachten. Gemachtigde van de gemeente wijst er op dat de raad bij de vaststelling van het voorbereidingsbesluit van alle stukken heeft kunnen kennisnemen. De gemeente wil inderdaad niet verder gaan dan legalisering van de kantooractiviteiten in het huis en is hiertoe bereid omdat deze huisactiviteit van dhr.Beijleveld planologisch op één lijn te stellen is met een "aan huis gebonden beroep" als bedoeld in het bestemmingsplan. Zij merkt op dat de aard van de uiteindelijk al dan niet te verlenen vrijstelling afhankelijk is van de in gang gezette vrijstellingsprocedure en het voorbereidingsbesluit niet veel meer is dan een voorwaarde om tot een vrijstelling te kunnen komen. Gemachtigde van reclamanten werpt hiertegen op dat de discussie niet geheel verlegd kan worden naar de vrijstellingsprocedure. Ook het voorbereidingsbesluit dient behoorlijk ruimtelijk onderbouwd te zijn en dient goed te motiveren waarom en waarvoor de planologische procedure wordt opgestart. De voorzitter vraagt of iemand nog iets aan het besprokene heeft toe te voegen, dit blijkt niet het geval, waarna hij de hoorzitting sluit. jgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 44