Inleiding
Bij besluit van 5 juni 2003 heeft de gemeenteraad van Breda de Verordening op de ambtelijke bijstand
2003 vastgesteld. Hiermee voldoet de gemeenteraad aan de in artikel 33 van de gemeentewet
opgenomen verplichting om bij verordening regels te stellen ten aanzien van het recht op ambtelijke
bijstand van raad en raadsleden. In dit artikel is ook bepaald dat bij verordening regels moeten worden
gesteld met betrekking tot het recht op ondersteuning van de groeperingen in de raad (de fracties). In
het voorstel bij voornoemd raadsbesluit is door het fractievoorzittersoverleg al aangegeven dat een
regeling ten aanzien van de fractieondersteuning nog separaat zou volgen.
Deze verordening behelst deze regeling. Het in de gemeentewet opgenomen recht op ondersteuning
voor fracties is bedoeld om de fracties als zodanig goed te kunnen laten functioneren. In de gemeente
Breda is in het recht op ondersteuning aan de fracties op drie manieren voorzien:
Fracties kunnen (onder voorwaarden) twee commissieleden niet-raadsleden in raadscommissies
laten benoemen,
Van gemeentewege worden faciliteiten beschikbaar gesteld aan de fractie (zoals fractiekamers,
fractiesecretariaatskamers, gas, water, elektriciteit, telefoon, inrichting, onderhoud, schoonmaak,
kopieervoorzieningen)
De fracties ontvangen een financiële bijdrage.
Deze verordening heeft betrekking op de fractievergoeding. Het staat de fracties vrij deze financiële
vergoeding aan te wenden zoals zij dat wensen. Bijvoorbeeld voor faciliteiten of het aantrekken van
fractieassistenten. Bij personele ondersteuning door commissie niet-raadsleden of eventuele
fractieassistentie gaat het niet om ambtelijke maar meer om politieke bijstand.
De mogelijkheid om commissieleden niet-raadsleden in te zetten is geregeld in het Reglement voor de
raadscommissies. De faciliteiten die aan fracties ter beschikking worden gesteld in het stadhuis staan
beschreven in een overeenkomst die voor iedere raadsperiode wordt afgesloten tussen gemeente (als
eigenaar van het pand) en de fracties. Voor deze raadsperiode is door de Bestuursdienst (nog) geen
nieuwe overeenkomst opgesteld. Desondanks worden de faciliteiten door de gemeente nog steeds
beschikbaar gesteld aan de fracties. De financiële bijdrage aan de fracties wordt in deze verordening
geregeld.
Zoals gesteld is de gemeenteraad vrij in hoe dit wordt geregeld. Wel moet met twee beperkingen
rekening worden gehouden. Allereerst is door de VNG aangegeven dat de middelen voor fracties
nadrukkelijk niet bedoeld zijn voor individuele aanspraken van raadsleden. Daarvoor heeft de
wetgever namelijk andere mogelijkheden in het leven geroepen (zoals de vaste onkostenvergoeding).
Het VNG wijst er op dat indien dit toch gebeurd, dit (negatieve) gevolgen kan hebben voor raadsleden.
In de rechtspositieregelingen voor raadsleden en commissieleden is namelijk de maximale hoogte van
de onkostenvergoeding aangegeven die de raad aan zijn leden mag verstrekken en zijn de overige
mogelijkheden aangegeven waarop de raad zijn leden kan ondersteunen. Deze mogelijkheden zijn
wettelijk beperkt. De gemeentewet laat niet toe dat raadsleden op een andere manier een vergoeding
krijgen voor individuele onkosten.
De vergoeding wordt door de raad aan de fractie uitgekeerd ten behoeve van het beter kunnen laten
functioneren van de fractie. De financiële middelen die door de gemeenteraad aan een fractie worden
verstrekt zijn bedoeld voor collectieve uitgaven. Het moet de fractie als geheel ten goede komen.
Omdat het geld voor de fractie bedoeld is kan het geld niet zondermeer worden doorgeleid naar
derden. Het is de fractie die de zeggenschap moet hebben over de besteding van de financiële
middelen.
Overigens wordt volledigheidshalve er op gewezen dat landelijk wordt gewerkt aan een wijziging van
de Wet Subsidiëring politieke partijen. In zijn brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal van 1 oktober 2003 meldt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in de
besluitvorming hierbij ook de financiële positie van lokale partijen te betrekken. Nu ontvangen alleen
de in de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal vertegenwoordigde partijen een subsidie en is
het eventueel bij verordening beschikbaar stellen van subsidie aan lokale partijen een zaak voor de
decentrale overheid. Het uiteindelijke eindperspectief van het Kabinet met de wijziging van de Wet
Verordening op de fractievergoeding 2004
3