Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 22775] Dienst/afdeling: CAJZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Consequenties Communicatie Referendum Agendapuntnummer: 1d Aantal bijlagen: Beslissing op bezwaren tegen de vestiging van een voorkeursrecht in het gebied Westrik in Prinsenbeek. Op 25 september 2003 besloot uw raad om overeenkomstig ons voorstel een voorkeursrecht als bedoeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) te vestigen in de ontwikkelingslocatie Westrik in Prinsenbeek. Acht eigenaren van en/of zakelijk gerechtigden op gronden in die locatie maken daartegen bezwaar. Bezwaarmakers zijn op 21 januari 2004 door de commissie voor bezwaar- en beroepschriften gehoord. Het verslag* van die hoorzitting is op de voor u gebruikelijke wijze bij de stukken ter inzage gelegd. Daarna heeft de commissie advies uitgebracht voor de op de bezwaren te nemen beslissing. Wij stellen u voor om overeenkomstig dat advies de bezwaren ongegrond te verklaren. Volgens de bezwaren zou de bevoegdheid tot vestiging van het voorkeursrecht ontbreken; zou de procedure niet zorgvuldig zijn gevoerd; zou het besluit niet zijn gemotiveerd en zou het in strijd zijn met het bestemmingsplan. Verder zijn de bezwaren vooral gericht tegen de onduidelijkheid over de toekomstige stedenbouwkundige ontwikkelingen en tegen de verwachte waardevermindering van hun woningen. De commissie is niet gebleken dat uw raad bij vestiging van het voorkeursrecht onzorgvuldig te werk zou zijn gegaan of in strijd met wettelijke bepalingen zou hebben gehandeld. Eigendomsbeperking is inherent aan en vloeit voort uit de aard en strekking van de Wet voorkeursrecht gemeenten. Verder gaat het hier nog maar om een tijdelijk voorkeursrecht met een werkingsduur van ten hoogste twee jaar. Om een definitief voorkeursrecht te kunnen vestigen moet nog een ontwerpbestemmingsplan worden opgesteld. Voor de vestiging van dit tijdelijke voorkeursrecht is zo'n ontwerp nog niet nodig. Indien met het vestigen van een voorkeursrecht zou moeten worden gewacht totdat een per perceel uitgewerkte bestemming voorhanden is, zouden de doelstellingen van het voorkeursrecht niet kunnen worden gerealiseerd. De nu bij de vestiging van het voorkeursrecht aan de betrokken percelen toegekende globale bestemming "Gemengde doeleinden, nader uit te werken (wonen, werken, groen, recreatie, bijbehorende infrastructuur etc.)" is dus niet in strijd met de tekst of doelstelling van de Wvg. Voorzover het advies van de commissie hiervoor niet is herhaald gelieve u het hier als herhaald en ingelast te beschouwen en het integraal te volgen. Bezwaarden kunnen tegen de ongegrondverklaring in beroep gaan bij de rechtbank Breda, sector bestuursrecht. Alle bezwaarden zijn op 21 januari 2004 door de commissie voor bezwaar- en beroepschriften gehoord en krijgen persoonlijk bericht van de door u te nemen beslissing. Niet van toepassing. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 11