Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 22393]
Dienst/afdeling: BWT-WAM
Inleiding.
De Woningwet maakt een onderscheid in twee categorieën van bouwvergunningen: de lichte
bouwvergunning en de reguliere bouwvergunning. De wet stelt dat binnen 6 weken na ontvangst van de
aanvraag lichte bouwvergunning burgemeester en wethouders een besluit dienen te nemen. Voor de
reguliere bouwvergunning geldt een beslistermijn van 12 weken.
Sneltoetscriteria.
Voor de welstandshalve beoordeling van aanvragen voor de afgifte van een lichte bouwvergunning worden
gelet op de beperkte beslistermijn van 6 weken, zogenaamde sneltoetscriteria neergelegd in de
welstandsnota. In het Besluit bouwvergunningsvrije en lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken is bepaald
voor welke bouwinitiatieven een lichte bouwvergunning vereist is. Het gaat daarbij om bouwinitiatieven van
beperkte betekenis. De meest voorkomende lichtbouwvergunningplichtige bouwwerken zijn: aan- en
uitbouwen; bijgebouwen en overkappingen; kozijn- en gevelwijzigingen; dakkapellen; en erfafscheidingen.
Minder vaak voorkomende licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken zijn: dakramen; zonnepanelen en -
collectoren; spriet-, staaf- en schotelantennes; rolhekken, luiken en rolluiken; en G.S.M.-antennes's. De
sneltoetscriteria voor deze tien onderscheiden bouwwerken kennen een zelfde opbouw en structuur. Steeds
worden achtereenvolgens gegeven: de omschrijving en uitgangspunten; dan de situaties waarin sprake is
van ernstige strijd met redelijke eisen van welstand; dan de welstandscriteria voor bouwwerken aan voor- of
zijkant; en tot slot de welstandscriteria voor de betreffende bouwwerken aan de achterkant.
Wellicht lijkt soms, dat er sprake is van tegenstrijdigheden in de beschreven criteria. In de
welstandstandsnota kan bepaald zijn, dat iets niet kan of mag (bijvoorbeeld geen aan- of uitbouw aan de
voorgevel) en vervolgens, wanneer daarvan toch sprake is, dat het bouwplan voor zo'n bouwwerk aan de
commissie Welstand en Monumenten voorgelegd zal worden om advies (waarbij dan de verder volgende
beschreven criteria gehanteerd zullen moeten worden door die welstandscommissie). Aan een dergelijke
regeling ligt ten grondslag, dat met het neerleggen van sneltoetscriteria in de welstandsnota meerdere
doelen gediend worden. De welstandscriteria in de welstandsnota zijn in eerste plaats bedoeld voor de
aanvragers om te weten hoe hun aanvragen beoordeeld zullen worden. In het hier genoemde voorbeeld,
een aan- of uitbouw aan de voorgevel, kan op basis van de criteria geconcludeerd worden dat deze niet op
grond van de sneltoetscriteria bij mandaat afgedaan zal kunnen worden. De criteria zijn daarnaast en daarna
ook van belang voor ofwel de welstandsbeoordeling bij mandaat, of de welstandsadvisering door de
commissie Welstand en Monumenten. Deze laatste zinnen vragen om een uitleg. De Woningwet bepaalt,
dat aanvragen voor een reguliere bouwvergunning worden voorgelegd aan de welstandscommissie of de
stadsbouwmeester. De redactie is dwingend, de Woningwet eist dat burgemeester en wethouders dergelijke
aanvragen voorleggen aan de welstandscommissie. Aanvragen voor een lichte bouwvergunning kunnen
voorgelegd worden aan de welstandscommissie of de stadsbouwmeester. Burgemeester en wethouders
kunnen ten behoeve van dergelijke beperkte bouwinitiatieven bepalen, dat deze niet voor advies behoeven
te worden voorgelegd aan de welstandscommissie. In de welstandsnota is immers precies bepaald aan
welke criteria een dergelijk bouwinitiatief dient te voldoen om voor een positief welstandsadvies in
aanmerking te komen. Er is op die manier geen sprake van een vrije beleidsruimte, van een discretionaire
bevoegdheid.
Wij willen daarom voorstellen aan uw gemeenteraad om de welstandshalve beoordeling van bouwinitiatieven
waarvoor volstaan kan worden met een lichte bouwvergunning te laten plaatsvinden door de fungerend
secretaris van de commissie Welstand en Monumenten of onder diens verantwoordelijkheid. De
welstandscommissie kan zich vooral richten op de majeure bouwinitiatieven, waarvoor de verlening van een
reguliere bouwvergunning vereist is.
Obiectaerichte welstandscriteria.
De naam zegt het al. Deze welstandscriteria richten zich op bepaalde objecten, niet zijnde
lichtbouwvergunningplichtige bouwinitiatieven. In de welstandsnota worden aan de orde gesteld:
dakopbouwen bij (zadel)daken met te lage inwendige hoogte voor dakkapellen; gevelopbouwen;
dakopbouwen bij platte daken. In elk geval zullen daaraan nog worden toegevoegd objectgerichte
welstandscriteria voor vrijstaande reclames en voor gevelreclames. Mogelijk zullen in de toekomst nog
andere categorieën worden toegevoegd als ligplaatsen van woonboten; woonwagens en de standplaatsen
van woonwagens; luifels.
-2-