Hoofdstuk 1
3. Opmerking vraag:
Reactie college:
4. Opmerking vraag:
Reactie college:
Hoofdstuk 2
5. Opmerking vraag:
Reactie college:
6. Opmerking vraag:
Reactie college:
7. Opmerking vraag:
Gemist wordt hier een duidelijke omschrijving van de mogelijkheid om
in beroep te gaan. Het enige wat geschreven staat in de toelichting bij
artikel 2 is dat bij een maatregel inzake verwijtbaarheid de
belanghebbende om een reactie gevraagd zal worden en wel bij
voorkeur schriftelijk.
Wij denken dat ervoor alle gevallen de mogelijkheid moet worden
geregeld om gehoord te worden.
In de Algemene wet bestuursrecht is het recht op bezwaar- en beroep
met betrekking tot bestuursbesluiten vastgelegd. Deze bepalingen zijn
ook van toepassing op de uitvoering van de Wet werk en bijstand
inclusief verordeningen. Op grond hiervan wordt in elke individuele
beschikking de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaar- of
beroepschrift vermeld. De mogelijkheid van bezwaar- en beroep
hoeft derhalve niet de in de verordening te worden vermeld.
Artikel 5 kan zeker niet gaan gelden voordat de beleidsregels m.b.t.
tot het begrip verwijtbaarheid vastgesteld zijn.
In de toelichting staat dat het college deze beleidsregels kan
vaststellen, maar o.i. moeten deze worden vastgesteld.
In het beleid voor de vakdirectie Sociale Zaken wordt aangegeven hoe
in de uitvoeringspraktijk met de verschillende aspecten van het
maatregelenbeleid omgegaan moet worden. De toelichting op artikel 5
is aangepast.
Artikel 8, lid 2a. Wie beoordeelt de mogelijkheden van de betreffende
persoon?
Het college op grond van de wet.
Artikel 9. Hier staat dat 5% korting op de uitkering geen effect zal
hebben, maar 5% van een minimum inkomen heeft ons inziens wel
degelijk effect.
Hoewel het college onderschrijft dat een maatregel van 5%
financiële gevolgen heeft voor een belanghebbende, is in de
uitvoeringspraktijk gebleken dat een dergelijke verlaging in
praktijk bijna nooit leidde tot de met de maatregel voorgestane
gedragsverbetering. Aangezien een maatregel met name om die
reden wordt opgelegd is de laagste maatregel op 10% (uitgedrukt in
een bedrag) gesteld.
In de toelichting bij artikel 9 van hoofdstuk 2 staat dat de mogelijkheid
er is om in de verordening te regelen dat er altijd eerst een
waarschuwing wordt gegeven voordat de maatregel wordt opgelegd.
Er wordt niet voor gekozen daar U er van uitgaat dat de uitkerings
gerechtigden in Breda goed zijn geïnformeerd over hun verplichtingen.
Klanten zullen op maat geïnformeerd worden en ook de
dienstverlening zal op maat verzorgd zijn.
De informatie over de maatregelen zal goed toegankelijk zijn en in
begrijpelijke taal geschreven. Het is dus noodzaak dat voor de
maatregelenverordening van kracht is bovenstaande inderdaad
gerealiseerd is!!!!!!!!
En ook dat degenen die zelf met de materie bekend zijn, zoals de
leden van de Participatie Raad Breda mee mogen oordelen over de
toegankelijkheid van de maatregelen.de begrijpelijke taal en het idee
van maatwerk.
8