Verordening behandeling bezwaarschriften Breda 2004
Artikel 1 (Definities)
In deze verordening wordt verstaan onder
a. bestuursorgaan het gemeentelijk orgaan, dat dient te beslissen op
een bezwaarschrift;
b. commissie de vaste commissie van advies voor de
bezwaarschriften, als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;
c. bezwaarde degene die tegen een besluit van een bestuursorgaan een bezwaarschrift heeft
ingediend;
d. belanghebbende belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht;
e. kamerkamer van de commissie;
f. het college: het college van burgemeester en wethouders;
g. Voorzitter: de voorzitter van de commissie;
h. voorzitter: de voorzitter van een kamer;
i. secretaris: de ambtelijk secretaris als bedoeld in artikel 5
Artikel 2 (Commissie)
1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften die zijn ingediend bij
een bestuursorgaan op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
2. Van de voorbereiding van een beslissing door de commissie zijn uitgesloten:
a. bezwaarschriften die zijn ingediend op grond van:
de Ambtenarenwet 1929 c.q. de Uitvoering Arbeidsvoorwaardenregelingen (CAR/BUWO);
de Wet Werk en bijstand, de Algemene Bijstandswet, het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen,
de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de
Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, de
Regeling Opvang Asielzoekers, de Wet Inkomensvoorziening Kunstenaars en de Wet Voorziening
Gehandicapten;
b. bezwaarschriften tegen beschikkingen, welke door of namens het hoofd van de afdeling
Belastingen van de gemeente Breda, gelet op artikel 4:12 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel
231, tweede lid, onderdelen b en c van de Gemeentewet en de relevante bepalingen van de Wet
waardering onroerende zaken, zijn bekendgemaakt dan wel zijn opgelegd.
3. Het college kan, gehoord de commissie, besluiten dat deze verordening voorts niet geldt voor
bepaalde, bij dat besluit nader te noemen categorieën van bezwaarschriften.
4. Het college gaat bij toepassing van het derde lid niet tot het nemen van het besluit over dan na
verkregen instemming van het blijkens de te noemen categorie van bezwaarschriften betreffende
bestuursorgaan, tenzij dit het college betreft.
Artikel 3 (Vergaderingen)
Behoudens de vergaderingen van de kamers komt de commissie bijeen zovaak als de Voorzitter dit
nodig acht, maar tenminste éénmaal per jaar. Vergaderingen van de commissie en de kamers zijn,
behoudens hetgeen in deze verordening is geregeld ten aanzien van de hoorzittingen, niet openbaar,
tenzij de commissie anders beslist.
Artikel 4 (Samenstelling van de commissie)
1. De commissie bestaat uit:
a. een Voorzitter en
b. ten minste acht overige leden, die worden benoemd, geschorst en ontslagen door de
gemeenteraad op voorstel van het college. De leden kunnen geen deel uitmaken van of
werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een van de bestuursorganen van de gemeente
Breda.
2. Ten behoeve van de voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften is de commissie
ingedeeld in kamers.
3. Elke kamer bestaat uit drie leden.
4. De commissie wijst voor iedere kamer een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter aan.
Artikel 5 (Secretariaat)
1