vergoeding van maximaal €711,- per jaar te ontvangen zonder dat dit gekort wordt op de uitkering. Deze vergoeding wordt doorgaans be schikbaar gesteld door de organisatie waar het betreffende werk wordt gedaan. Zie ook de reactie onder 7 aan de Participatieraad. Ten aanzien van vergoedingen voor kinderopvang zal vanaf 2005 ook rekening gehouden moeten worden met de bepalingen op grond van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang. 4. Opmerking vraag: De reintegratie-instanties. Welke eisen worden daaraan gesteld? Wij denken aan de personen die de intake verzorgen. Hebben zij de juiste kwaliteiten om in te schatten wat de cliënt kan en nodig heeft. Wanneer en hoe worden de resultaten geëvalueerd.. Welke eisen stellen de bureaus, op hun beurt aan de werkgevers die meewerken. Graag meer duidelijkheid hierover zodat met name de participatieraad vinger aan de pols kan houden. Reactie college: In overeenkomsten met reïntegratiebedrijven worden eisen gesteld aan de kwaliteit van de dienstverlening. De kwaliteit van het personeel maakt daarvan deel uit. De Adviesraad voor Emancipatie Zorg en Arbeid 1. Opmerking/vraag: Relatie artikel 2 en artikel 9 Reïnteoratieverordenina: Uit het gestelde in artikel 2 begrijpt EZA dat het college meerdere vormen van ondersteuning en voorzieningen kent om abeidsinschake- ling te realiseren. In lid 2 van artikel 2 wordt vastgelegd dat bij de keu ze hiervan een afweging wordt gemaakt, waarbij wordt gekeken of de ondersteuning c.q. voorziening gelet op de mogelijkheden en capaci teiten van een cliënt het meest doelmatig is met het oog op de inscha keling in de arbeid. In art. 9 wordt vervolgens vastgelegd dat elke uitkeringsgerechtigde werkzoekende en elke jongere binnen een maand na inschrijving bij het CWI een aanbod voor een work first voorziening krijgt. Beide artikelen roepen bij EZA de volgende vraagtekens op: - Heeft het aanbieden van de work first voorziening voorrang op ande re in te zetten vormen van ondersteuning c.q. voorzieningen? - Zo ja, wordt hiermee recht gedaan aan de formulering in artikel 2 dat bij de afweging welke ondersteuning C.q. voorziening wordt ingezet, gekeken wordt of de ondersteuning c.q. voorziening gelet op de mo gelijkheden en capaciteiten van een cliënt het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid? Reactie college: De inzet van de Work first voorziening heeft inderdaad voorrang op andere voorzieningen. Work first is een reïntegratie-instrument en op zich al maatwerk. De inhoud wordt aangepast aan de mogelijkheden en capaciteiten van de deelnemer. Artikel 2 lid 2 is ook nadrukkelijk van toepassing op work first. 2. Opmerking vraag: Hoewel EZA het nut en belang van de work first-voorziening onderstreept, wenst zij toch op te merken dat naar haar mening niet uitgesloten dient te worden dat in de individuele situatie (bijvoorbeeld in verband met gezondheidsomstandigheden, persoonlijke omstandigheden van het individu, arbeidsmarktsituatie) een andere ondersteuning c.q. voorziening meer recht doet aan de mogelijkheden en capaciteiten van de uitkeringsgerechtigde dan de work first voor- 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 65