het college de kosten van de voorziening dan wel de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvor
deren.
Artikel 5 Vrijstelling
1Het college kan in individuele gevallen (gedeeltelijke) tijdelijk vrijstelling verlenen van
sollicitatieverplichtingen
a. indien is komen vast te staan, dat de persoon zorgtaken niet (volledig) kan combineren
met arbeid. Aard en omvang van zorgtaken worden vastgelegd in het uitvoeringsbesluit.
b. aan personen die op grond van psychische of medische omstandigheden gedeeltelijk ar
beidsongeschikt zijn;
c. aan personen van 51Vi jaar en ouder, indien in samenspraak met het CWI is komen vast
te staan dat voor deze personen geen arbeidsperspectief aanwezig is, gelet op de situatie
op de arbeidsmarkt;
2. Het college kan in individuele gevallen tijdelijk vrijstelling verlenen van arbeidsverplichtingen
aan personen die
a. op grond van psychische of medische omstandigheden geheel arbeidsongeschikt zijn;
b. gedurende maximaal 10 dagen per kalenderjaar in verband met de noodzakelijke ver
zorging van een ziek kind, een zieke partner of ouder met uitzondering van inschrij
ving bij het CWI.
Artikel 6 Budget-en subsidieplafonds
1Het college kan bij uitvoeringsbesluit een of meer subsidie- of budgetplafonds vaststellen voor
de verschillende voorzieningen. Een door het college ingesteld subsidie- of budgetplafond
vormt een weigeringsgrond bij de aanspraak op een specifieke voorziening
2. Het college kan een plafond instellen voor het aantal personen dat in aanmerking komt voor
een specifieke voorziening.
PARA GRAAF 3 VOORZIENINGEN
Artikel 7 Algemene bepalingen over voorzieningen
1Het college kan, in aanvulling op de verplichtingen die voortvloeien uit de wet en deze veror
dening, aan een voorziening nadere verplichtingen verbinden.
2. Het college kan een voorziening beëindigen:
a. indien de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichting als bedoeld in de ar
tikel 17 van de wet niet nakomt;
b. indien de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de wet;
c. indien de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt
gemaakt van deze voorziening;
d. indien naar het oordeel van het college de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een
snelle arbeidsinschakeling.
3. Bij uitvoeringsbesluit kan het college ten aanzien van de voorzieningen, bedoeld in de artike
len 8 tot en met 18 van deze verordening nadere regels stellen. Deze regels kunnen in ieder
geval betrekking hebben op:
a. de voorwaarden waaronder een voorziening wordt aangeboden;
b. de weigeringsgronden bij het aanbieden van voorzieningen;
c. de intrekking of wijziging van de subsidieverlening of - vaststelling;
d. de aanvraag, van en de besluitvorming over subsidies en premies;
e. de betaling van subsidies en het verlenen van voorschotten;
f. overige criteria voor het aanbieden van voorzieningen en het verstrekken van subsidies.
Artikel 8
Reïntegratietrajecten