Artikel 14 Premie voor werkgevers bij doorstroom naar regulier werk
1. Het college kan aan een werkgever een premie geven als een werknemer reguliere arbeid
heeft aanvaard bij dezelfde werkgever.
2. De premie wordt alleen verstrekt indien
a. de werkgever voor de loonkosten van de werknemer een subsidie ontvangt of heeft ont
vangen op grond van deze verordening;
b. de in het eerste lid bedoelde werkaanvaarding heeft plaatsgevonden binnen de duur
waarvoor de loonkostensubsidie geldt;
c. de werknemer bij de aanvang van de arbeidsovereenkomst bijstand ontving;
d. de werknemer aansluitend op het gesubsidieerde dienstverband voor zijn nieuwe baan
een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft gesloten;
e. de werknemer na zes maanden na de datum met ingang waarvan het gesubsidieerde ar-
beidsverband is beëindigd nog arbeid in loondienst verricht.
3. Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels over de doelgroepen en de hoogte van de pre
mies.
4. Op het verstrekken van premies is artikel 13, lid 3 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 15 Inkomstenvrijlating
De uitkeringsgerechtigde die arbeid in deeltijd heeft of aanvaardt, waarmee een inkomen
wordt verworven dat minder bedraagt dat de voor de uitkeringsgerechtigde van toepassing
zijnde norm, vindt vrijlating van inkomsten uit arbeid plaats gedurende maximaal zes maan
den;
zoals bedoeld in artikel 31 tweede lid onder o van de wet, waarbij het percentage
wordt bepaald op 25% en het maximumbedrag wordt bepaald op 166 per maand;
zoals bedoeld in art. 2 onder d van het Inkomensbesluit IOAW, waarbij het percentage
wordt bepaald op 25% en het maximumbedrag wordt bepaald op 263,42 per
maand;
zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 onder a van het Inkomensbesluit IOAZ, waarbij het per
centage wordt bepaald op 25% en het maximumbedrag wordt bepaald op 263,42
per maand;
en dit naar het oordeel van het college bijdraagt aan zijn arbeidsinschakeling.
Artikel 16 Premies aan werknemers
1Het college kent een premie toe aan mensen die vanuit een vangnetbaan algemeen geaccep
teerde arbeid aanvaarden, waardoor aanspraak op de uitkering of op de subsidie genoemd in
artikel 13 van deze verordening komt te vervallen.
2. Het college kent een premie toe aan ouderen en arbeidsgehandicapten voor het blijven ver
richten van arbeid, waarbij de inkomsten lager zijn dan de bijstandsnorm en waarbij geen
recht bestaat op vrijlating op grond van artikel 15;
3. Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels over de hoogte van de premies.
Artikel 17 Overige vergoedingen
1Het college kan een vergoeding verstrekken voor kosten die gemaakt zijn in het kader van de
arbeidsinschakeling en wel voor
a. reiskosten
b. kosten voor kinderopvang
c. kosten voor een vervangende voorziening van mantelzorg, voor zover deze kosten
niet door voorliggende voorzieningen kunnen worden bekostigd.
2. Het college stelt bij uitvoeringsbesluit regels ten aanzien van doelgroep, de noodzaak en de
hoogte van de vergoedingen