TOELICHTING OP DE REÏNTEGRATIEVERORDENING Algemeen Aanleiding voor deze verordening ligt in artikel 8 van de Wet werk en bijstand. Artikel 8. Opdracht gemeenteraad 1. De gemeenteraad stelt bij verordening regels met betrekking tot: a. het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a; b. het verlagen van de bijstand, bedoeld in artikel 18, tweede lid; c. het verhogen en verlagen van de norm, bedoeld in artikel 30. 2. De regels, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, hebben in ieder geval betrekking op de evenwichtige aandacht voor de in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, genoemde groepen, alsme de voor verschillende doelgroepen daarbinnen, en op de wijze waarop rekening wordt gehou den met zorgtaken, [dit onderdeel is nog niet in werking getreden;] In dit artikel wordt verwezen naar ondersteuning en voorzieningen volgens artikel 7 van de wet: Artikel 7. Opdracht college 1. Het college is verantwoordelijk voor: a. het ondersteunen van personen die algemene bijstand ontvangen, personen ais bedoeld in artikel 10, tweede lid, personen met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Alge mene nabestaandenwet en niet-uitkeringsgerechtigden bij arbeidsinschakeling en, indien het college daarbij het aanbieden van een voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op ar beidsinschakeling noodzakelijk acht, voor het bepalen en aanbieden van deze voorziening. Artikelgewijs Artikel 1 De definities behoeven geen nadere toelichting met uitzondering van algemeen geaccepteerde arbeid. Er mag van een persoon onder andere niet verwacht worden dat deze werk verricht dat in strijd is met de wet (criminele activiteiten), of dat werk in strijd is met zijn persoonlijke integriteit, bijvoorbeeld pros titutie, seksindustrie of defensie. Artikel 2 Alle voorzieningen die het college inzet zijn primair gericht op de ondersteuning bij arbeidsinschake ling en het wegnemen van belemmeringen daartoe. De doelmatigheid van de voorzieningen wordt in de praktijk beoordeeld door de klantmanagers. Zij plaatsen personen uit de doelgroep op trajecten waarvan zij verwachten dat deze het meest bijdragen aan de arbeidsinschakeling. De diversiteit in doelgroepen en in het aanbod komt tot uitdrukking in de variatie aan inkoopovereen komsten, waaronder work first trajecten voor nieuwe aanvragers van een uitkering, trajecten voor per sonen die reeds een uitkering hebben of zonder uitkering werkzoekend zijn, trajecten voor jongeren en voor allochtonen, trajecten sociale activering en vrijwilligerswerk als opstap naar arbeidsinschake ling, losse producten als assessment en directe bemiddeling. De verwijzing naar artikel 40, lid 1 WWB betreft de groep daklozen. De WWB geeft aan dat de de voorzieningen ook aan deze groep kunnen worden aangeboden. Artikel 3 Personen uit de doelgroep hebben aanspraak op voorzieningen. Dat wil niet zeggen dat zij bepaalde voorzieningen kunnen afdwingen. B&W bepalen in overleg met de klant welke voorziening het best kan worden ingezet om de klant zo efficiënt mogelijk naar algemeen geaccepteerde arbeid te laten in stromen. Artikel 4 Tegenover de inzet van voorzieningen staat de verplichting hiervan gebruik te maken. Dat geldt voor alle voorzieningen die aan de persoon beschikbaar worden gesteld en die zijn opgenomen in het reïn- tegratieplan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 76