Artikel 19 t/m 21
Met de invoering van de WWB vervallen alle landelijke regelingen voor gesubsidieerde arbeid. Het is
beleidsmatig en arbeidsrechtelijk niet wenselijk en mogelijk om arbeidsovereenkomsten op gesubsidi
eerde arbeid af te breken als gevolg van het wegvallen van landelijke regelgeving. Vooral omdat het
kwetsbare mensen betreft die al geruime tijd gesubsidieerd, vaak maatschappelijk nuttig werk verrich
ten.
Deze artikelen betreffen regelingen voor personen die bij de inwerkingtreding van de WWB reeds een
gesubsidieerde arbeidsovereenkomst hadden als gevolg van de Wiw of de l/D regeling of personen
die een premie ontvingen op grond van premieverordening.
In het vierde lid van artikel 19 wordt expliciet de mogelijkheid geboden om mensen die nog deelnemen
aan een uitstroomtraject gericht op ongesubsidieerd werk hun traject te laten afronden, door zo nodig
het arbeidscontract tijdelijk voor de duur van het traject te verlengen.
Artikel 20 regelt een afbouw van de subsidie van maximaal 120% naar 100%. Het derde lid van artikel
20 voorziet er in dat na de afbouwperiode (tot 1-1-2007) voor personen met een gesubsidieerde baan
nog 3 jaar een gesubsidieerde baan beschikbaar is. Ook hier geldt de Flexwet (zie ook toelichting ar
tikel 13), waarin is bepaald dat, aansluitend op een tijdelijke arbeidsovereenkomst van maximaal 36
maanden, een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd moet worden aangeboden. De periode van
afbouw, gevolgd door toepassing van de Flexwet, maakt het tot 2010 mogelijk voor dezelfde persoon
aansluitende arbeidsovereenkomsten voor gesubsidieerde arbeid aan te gaan.