Artikelgewijs
Artikel 9:
De Participatie Raad adviseert nadrukkelijk, om bij een klein verzuim
eerst een waarschuwing te geven.
Op grond van de in de toelichting op artikel 9 aangehaalde overwe
gingen heeft het college er bewust voor gekozen geen waarschuwings
systeem te hanteren. Het feit dat een verzuim klein is doet hieraan
niet af.
De Participatie Raad heeft er moeite mee, als bij herhaling van
verwijtbaar gedrag van partner 1 door partner 2, dit als recidive wordt
aangemerkt. Bij het vaststellen van recidive binnen een gezin mogen
volgens de Participatie Raad in ieder geval verwijtbare handelingen
door de kinderen in dat gezin niet meegeteld worden.
De gezinsverantwoordelijkheid van twee partners in een gezin brengt
volgens het college met zich mee, dat beide partners zich individueel
beseffen verantwoordelijkheid te dragen voor de voorziening in de
bestaanskosten van dat gezin. Een andersluidende opvatting zou met
zich mee kunnen brengen dat het hebben van een gezin standaard
als een excuus gezien zou worden. De in de verordening genoemde
mogelijkheid tot het afstemmen van de maatregel op de ernst van de
gedraging, de mate waarin de belanghebbende de gedraging kan
worden verweten en de omstandigheden waarin hij verkeert, bieden
voldoende mogelijkheden te zware gevolgen van een maatregel te
temperen.
Zolang een kind in de gezinsbijstand is begrepen (tot 18 jaar) worden
verwijtbare handelingen van het kind niet meegenomen bij het
vaststellen van maatregelwaardige gedragingen. Als een 18-jarige
thuiswonende uitkeringsgerechtigde zich verwijtbaar gedraagt, wordt
de eventuele maatregel aan hem op gelegd, niet aan zijn ouders en
vice versa.
Commissie Sociale Zekerheid
Artikel 8
1Opmerking vraag: In de voorgestelde maatregelenverordening is het aantal categorieën
teruggebracht van vier naar drie. De hoogte van de maatregel
bedraagt respectievelijk 10%, 20% of 100%. Het verschil tussen
categorie 2 20% en categorie 3 100% is te groot. Het verschil
tussen categorie 1 en 2 is daarentegen weer te klein. Dit laat zich het
best als volgt schetsen.
Artikel 8, lid 2, onderdeel a: het niet naar vermogen trachten
algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen of te aanvaarden..
Artikel 8, lid 3, onderdeel a: het niet aanvaarden van algemeen
geaccepteerde arbeid.
Het verschil tussen het niet naar vermogen trachten arbeid te
aanvaarden of het feitelijk niet aanvaarden van arbeid is soms klein.
Het verschil in maatregel is echter relatief en absoluut gezien groot
(20% of 100%). Materieel gezien is het resultaat dikwijls het zelfde.
Door de gedraging gaat een kans op het verkrijgen van arbeid
4. Opmerking vraag:
Reactie college:
Artikel 9, lid 3
5. Opmerking vraag:
Reactie college: