Reactie college: Het college onderkent dat het verschil tussen categorie 2 en 3 groot is en het verschil tussen categorie 1 en 2 relatief klein. Hoewel de argumenten van de commissie om tot een 'opwaardering' van categorie 2 te komen duidelijk zijn, is het college van mening dat de voorliggende categorie-indeling en bijbehorende maatregelen niveau al een aanzienlijke verzwaring betekent in relatie tot het maatregelenbeleid onder de Abw. Immers: 1. de mogelijkheid om een waarschuwing te geven is verdwenen; 2. het maatregelpercentage van categorie 1 is verdubbeld van 5% naar 10%. 3. Ook voor categorie 2 uit het maatregelenbeleid Abw is er sprake van een verdubbeling van de maatregel, van 10 naar 20%. Bovendien tracht het college via de 'presentatie' van de maatregel in van te voren bekend te maken vaste bedragen te bereiken dat de betreffende cliënten de maatregel duidelijker ervaren en een eenmaal opgelegde (zwaardere) maatregel zodanig effect heeft dat ongewenst gedrag in de toekomst wordt voorkomen. Lukt dit met een lagere maatregel, dan is dit uit het oogpunt van bijstandsverlening het meest gewenst. Ook dient de aandacht gevestigd te worden op het feit dat in geval van recidive de belanghebbende, sneller dan voorheen, een hogere maatregel kan worden opgelegd. Ook dit draagt volgens het college bij aan de gewenste gedragverandering en het door de commissie voorgestane versterkte inzet. Mocht in de uitvoeringspraktijk blijken dat de ingeslagen weg niet tot beoogde effecten leidt, kan op een later moment altijd nog worden bijgestuurd. Samenvattend is het college voorstander van het handhaven van de concepttekst. 2. Opmerking vraag: Reactie college: 3. Opmerking vraag: Reactie college: De gemeente Breda heeft ervoor gekozen "gedragingen" in hoofdlijnen in de verordening op te nemen en later door het college uit te werken in beleidsregels. De commissie acht dit een prima uitgangspunt. Van deze opmerking wordt met instemming kennisgenomen. In de uitwerking tot dusverre is de commissie van oordeel, dat de positie van de lage inkomensgroepen relatief zwaar worden aangepakt. Alle mogelijkheden om op individuele gronden te kunnen matigen ten spijt. Het maatregelenbeleid is bedoeld voor degenen die zich niet aan de aan het opgelegde verplichtingen houden. Op het merendeel van de cliëntgroep is het maatregelenbeleid dan ook niet van invloed. Waar de belanghebbende het zelf in de hand heeft of het maatregelenbeleid op hem van toepassing wordt, is het college van mening, dat, mede gelet op de in de toelichting in de verordening genoemde argumenten, het voorgestane maatregelenbeleid passend is. Artikel 11 4. Opmerking vraag: Ten aanzien van hoofdstuk 3, artikel 11 (maatregel in relatie tot de hoogte van het benadelingsbedrag) vraagt de commissie zich af of hier de "kleine" overtreders niet relatief zwaar worden aangepakt. Gezien de doelgroep van de WWB wellicht iets om over na te denken. Reactie college: Het klopt dat degenen die tot een laag bedrag inlichtingenfraude plegen een relatief zware maatregel krijgen. Ook hier is het college echter van mening dat dit bijdraagt aan een beter normconform gedrag van met name hen die de 'verkeerde' kant op dreigen te gaan. 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 94