Door de komst van het Inlichtingenbureau zullen deze gevallen eerder
bekend zijn en kan een zwaardere aanpak verder ongewenst gedrag
in de toekomst kunnen worden voorkomen. Opgemerkt wordt dat ook
de maatregelen voor hen die inlichtingfraude plegen voor bedragen
van 4.000 tot 6.000,- aanzienlijk zijn verhoogd.
5. Opmerking vraag: Met betrekking tot de artikelgewijze toelichting op Hoofdstuk 1,
algemene bepalingen, pleit de commissie ervoor om de formulering op
pagina 7, artikel 5, "om een (bij voorkeur schriftelijke) reactie te
worden gevraagd aan te passen in die zin, dat altijd dient te worden
gevraagd om een reactie die te verifiëren materiaal oplevert!
We hebben als commissie immers veel ervaring met zogenaamde
toezeggingen of afwijzingen die nergens terug te vinden zijn, niet te
verifiëren zijn.
Reactie college: Het college heeft met de in de toelichting op artikel 5 opgenomen
hoormethodiek gezocht naar een voor alle gevallen hanteerbare
methodiek die ligt tussen verplicht horen met verslaglegging en
ondertekening van een verklaring door de belanghebbende (oude
boetesystematiek) en een telefonische reactie waarvan een
schriftelijke weergave wordt opgenomen in de rapportage. De door het
college voorgestane systematiek biedt het voordeel, dat de
contactpersoon in relatie tot omstandigheden en de persoon van de
belanghebbende enige flexibiliteit kan hanteren in de wijze waarop hij
het horen van de belanghebbende uitvoert. Het college wil deze
flexibiliteit bewaren.
Het college kan wel meegaan in de zo begrepen intentie van de
commissie dat in gevallen waarbij ontslagkwesties, het niet verkrijgen
van werk als gevolg van een negatieve opstelling bij een werkgever
e.d. aan de orde zijn, in ieder geval de werkgever schriftelijk om een
reactie wordt gevraagd. Dit opdat in ieder geval deze verklaring
vastligt en verificatie van deze gegevens mogelijk is.
6. Opmerking vraag: Op pagina 7 bij "Matiging van de opgelegde maatregel wegens
persoonlijke omstandigheden" zou de commissie gaarne toegevoegd
zien: - omstandigheden in de persoon zelf gelegen.
Reactie college: De door de commissie gevraagde toevoeging is in de toelichting
doorgevoerd.
Bredaas Centrum Gehandicaptenbeleid
Opmerking vraag:
Reactie college:
Aangezien in de verordening of toelichting is niets opgenomen over
begeleiding van cliënten met een (arbeids) handicap en over
klanttevredenheidsonderzoeken is opgenomen, beveelt het BCG aan
dat alsnog te doen.
Een maatregel wordt opgelegd als een belanghebbende zich niet
houdt aan de voor hem geldende verplichtingen. Waar juist in de
voorfase (traject of uitkeringsrecht) contact begeleiding plaatsvindt
inclusief voorlichting over de consequenties van verwijtbaar gedrag is
het college van mening dat begeleiding van de (arbeidsgehandicapte)
cliënt met betrekking tot een opgelegde maatregel niet in de
maatregel- en handhavingsverordening opgenomen hoeft te worden.
Dit geldt ook voor het houden van klanttevredenheidsonderzoeken.
Deze onderzoeken worden los van enige verordening periodiek onder
alle cliënten gehouden.
Opmerking vraag:
Bij het beoordelen van verwijtbaarheid dient rekening te worden
gehouden met de vaak onzichtbare en door henzelf ontkende, maar
ernstige problematiek van GGZ cliënten. Het gezin van deze cliënten
5