kan niet de dupe worden van een opgelegde maatregel omdat de
GGZ cliënt niet aan zijn/haar verplichtingen heeft voldaan als dat aan
het ziektebeeld kan worden toegeschreven. Aanvullende informatie
dient te worden verzameld in samenwerking met de behandelaar en
de mantelzorger. Het BCG beveelt aan dit op te nemen in artikel 2 van
de Maatregelen- en handhavingsverordening of in de artikelgewijze
toelichting hoofdstuk 1 artikel 5.
Reactie college: In de artikelen 2, lid 2 is bepaald dat een maatregel wordt afgestemd
op de ernst van de gedraging, de mate waarin de belanghebbende de
gedraging kan worden verweten en de omstandigheden waarin hij
verkeert. In artikel 5, lid 1 onder a is geregeld, dat het college afziet
van het opleggen van een maatregel als elke vorm van
verwijtbaarheid ontbreekt. Beide bepalingen brengen met zich mee,
dat bij de beantwoording van de vraag of, en zo ja welke maatregel
moet worden opgelegd rekening moet worden gehouden met de
omstandigheden van de belanghebbende. De door de BCG naar
voren gebrachte aspecten dienen in een voorkomend geval onderdeel
uit te maken van het onderzoek. Aparte benoeming is derhalve niet
noodzakelijk.
In alle gevallen dient de cliënt goed te worden geïnformeerd en dienen
procedures transparant te zijn. Voor mensen met een functie
beperking dient de informatie en voorlichting op een aangepaste wijze
te worden aangeboden. Het BCG beveelt aan een aanvullend artikel
hierover op te nemen; omdat in artikel 9 van de Toelichting op de
Maatregelen- en handhavingsverordening uitgegaan wordt van het feit
dat de door de gemeente verstrekte informatie dermate duidelijk is,
dat waarschuwingen overbodig zijn. Voor mensen met een visuele
handicap en mensen met een verstandelijke en psychiatrische
beperking zal die informatie in de meeste gevallen ontoegankelijk zijn.
Het BCG is van harte bereid ondersteuning te bieden bij het
toegankelijk maken van informatie voor haar doelgroepen ten aanzien
van alle verordeningen.
De verordening en het voorgestane voorlichtingsmateriaal is niet
afgestemd op de door het BCG genoemde (beperkte) doelgroep. In de
door het BCG genoemde gevallen verstrekt de contactpersoon de
informatie of mondeling of via bemiddeling van begeleiders van de
belanghebbende. In het algemeen blijkt dit afdoende te werken.
Niettegenstaande dit feit maakt het college graag gebruik van het
aanbod van het BCG om te bezien hoe tot een verbetering van de
voorlichting aan de hier bedoelde doelgroep kan worden gekomen.
In de kaderstelling Wet Werk en Bijstand die geschreven is door de
Commissie SAW, wordt aangegeven dat de uitvoering van de
verordeningen na een periode van een jaar moet worden
geëvalueerd. Hierover is niets opgenomen in de verordeningen. Ook
vanuit de belangenbehartiging is evaluatie gewenst.
Het college verstrekt jaarlijks aan de raad informatie omtrent de
uitvoering van de Wwb. De resultaten op het terrein van reïntegratie,
maatregelen en handhaving en de werking daarvan maken hiervan
onderdeel uit. Een specifieke evaluatiebepaling is daarmee overbodig.
5. Opmerking vraag: Procedures dienen helder en transparant te zijn. Er dient duidelijkheid
te worden gegeven over handhaving en maatregelen.
Reactie college: Deze stelling wordt door het college onderschreven.
3. Opmerking vraag:
Reactie college:
4. Opmerking vraag:
Reactie college:
6