5.10.6 Het overeenkomstig 5.10.1 berekende bedrag wordt verhoogd met 5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 67,10 en een maximum van 251,63 voor de derde en iedere volgende behandeling van dat schetsplan door de commissie Welstand, Architectuur en Monumenten, dan wel een second opinium door een andere commissie op verzoek van de aanvrager. 5.10.7 Indien binnen zes maanden na het uitbrengen van het advies op het schetsplan een bouwvergunning als bedoeld in artikel 5.2.1, 5.3.1 of 5.4.1 wordt aangevraagd voor een op basis van dat schetsplan uitgewerkt bouwplan en die bouwvergunning wordt verleend, worden: 5.10.7.1 indien de bouwkosten minder bedragen dan 900.000,--, de leges als bedoeld onder 5.10.1 verrekend met de leges genoemd onder 5.2.1, resp 5.3.1 of 5.4.1; 5.10.7.2 indien de bouwkosten 900.000,— of meer bedragen, de leges als bedoeld onder 5.10.1 en 5.10.3 verrekend met de leges genoemd onder 5.2.1 resp 5.3.1 of 5.4.1. 5.10.8 Het bepaalde onder 5.8.2 t/m 5.8.6 en 5.9.3. is van overeenkomstige toepassing indien op basis van het schetsplan een procedure op grond van artikel 15, 17 of 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt gevoerd. Slopen 5.11.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning, als bedoeld in de Bouwverordening 1993: 145.38 vermeerderd met 1,89% van de sloopkosten, inclusief de verschuldigde omzetbelasting, voor zover die sloopkosten de 2.300,— te boven gaan. 5.11.2 Wordt de aanvraag om sloopbouwvergunning ingetrokken voordat de gevraagde vergunning is verleend, dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 5.11.1: 20% van het tarief als genoemd onder 5.11.1, met een minimum van 83,88 en een maximum van 503,25. 5.11.3 Indien in geval van een incomplete aanvraag om sloopvergunning de aanvrager in de gelegenheid wordt gesteld zijn incomplete aanvraag te completeren, wordt het overeenkomstig 5.11.1 berekende bedrag vermeerderd met 5% van dat bedrag, met een minimum van 22,37 en een maximum van 111,83. 5.11.4 Indien de aanvraag om sloopvergunning incompleet is en niet verder in behandeling wordt genomen omdat de aanvrager, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, de aanvraag niet of onvoldoende completeert, bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 5.11.1: 15% van het tarief als genoemd onder 5.11.1, met een minimum van 44,73 en een maximum van 251,63. 5.11.5 Indien de sloopvergunning wordt geweigerd dan bedragen de leges in afwijking van het bepaalde onder 5.11.1: 20% van het tarief als genoemd onder 5.11.1, met een minimum van 100,65 en een maximum van 503,25. 5.11.6 Indien de aanvrager schriftelijk verzoekt om overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te stellen voorwaarden, hetzij de ontvankelijkheid van de aanvraag om sloopvergunning binnen twee weken te toetsen, hetzij binnen vijf weken, nadat de ontvankelijkheid is komen vast te staan, een beslissing te nemen over de aanvraag om reguliere bouwvergunning, dan wordt, indien aan dit verzoek kan worden voldaan, het overeenkomstig 5.11.1 berekende bedrag, vermeerderd met een toeslag van 100% van dat bedrag met een maximum van 5.032,53. 5.11.7 Het overeenkomstig 5.11.1 berekende bedrag wordt verminderd met 50% van het tarief als genoemd onder 5.11.1, indien binnen één jaar na de datum van vergunningverlening, respectievelijk de datum waarop de vergunning van rechtswege is verleend, door de vergunninghouder schriftelijk wordt verzocht de sloopvergunning in te trekken, mits van de sloopvergunning geen gebruik is gemaakt, met dien verstande dat restitutie slechts wordt verleend voor het bedrag aan leges dat meer bedraagt dan 300,—. 5.11.8 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een wijziging van een verleende sloopvergunning, indien door of namens burgemeester en wethouders is vastgesteld dat het om een geringe wijziging gaat: een bedrag naar het tarief en berekend op de wijze als in 5.11.1 bepaald en verminderd met de voor de primaire sloopvergunning berekende leges, met dien verstande dat in elk geval 145,38 is verschuldigd en dat geen restitutie van de voor de primaire sloopvergunning verschuldigde leges plaatsvindt. 5.11.9 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopvergunning als bedoeld in artikel 20 van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing en/of artikel 37 van de Monumentenwet 100,65 5.11.10 Indien het verzoek om sloopvergunning op grond van een wettelijk voorschrift ter visie moet worden gelegd wordt het verschuldigde legesbedrag voor elke ter visie legging met 134,20 verhoogd. Monumentenvergunning 5.12.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een >w -6-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 114