Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 23565]
Dienst/afdeling: COBU
2. rol van de adviescommissie amateurkunst
De gekozen invulling van de taak van de Adviescommissie Amateurkunst is geheel conform de
huidige werkwijze en als zodanig geen wijziging van beleid.
3. evaluatie van de artistieke prestaties van de organisaties
Om beter zicht te krijgen op de artistieke ontwikkeling van het veld zullen steekproefsgewijs
uitvoeringen van amateurkunstverenigingen worden beoordeeld door onafhankelijke
beoordelaars. Met nadruk zij gesteld dat dit niet bedoeld is om de verenigingen af te rekenen op
hun artistiek niveau.
4. de berekening van het subsidiebedrag procedurele wijzigingen.
De berekening van het subsidiebedrag wordt gewijzigd van een normbedragensysteem in een
score systeem. Hierdoor wordt het berekenen en afhandelen van de subsidies gemakkelijker en
inzichtelijker voor de verenigingen. De afhandeling kan sneller plaatsvinden en geeft de
verenigingen eerder zekerheid over de te verkrijgen subsidie.
Tot nu was de indiendatum voor subsidieverzoeken altijd 1 oktober van het jaar voorafgaand aan
het jaar waarvoor subsidie werd aangevraagd. Voorgesteld wordt deze datum te vervroegen naar
1 juli. Door deze verandering komt de procedure voor de afhandeling van de subsidieverzoeken
amateurkunst meer in lijn met de begrotingscyclus van de gemeente. In het geval van een tekort
kan een afweging worden gemaakt over de hoogte van het bedrag zonder dat dit gevolgen heeft
voor het tijdstip waarop de beschikking kan worden afgegeven.
Naast deze vier punten worden er een aantal tekstuele wijzigingen doorgevoerd in de regeling die
inhoudelijk geen gevolgen zullen hebben. De aangepaste beleidsregels zijn in zijn geheel bij het voorstel
toegevoegd (bijlage 2)**.
Consultatie
Alle amateurkunstverenigingen die door de gemeente worden gesubsidieerd hebben de concept
beleidsregels ontvangen. Tot 24 mei konden zij schriftelijk en telefonisch reageren op de beleidsregels.
Enkele verenigingen hebben hier gebruik van gemaakt. Zoals afgesproken is met het ATOB
(amateurtoneeloverleg Breda) en het HaFaBra-overleg een aparte bijeenkomst gepland om de
veranderingen toe te lichten en hen in de gelegenheid te stellen vragen te stellen.
Er werden met name vragen gesteld over de indiendatum, de systematiek van de berekening van het
subsidiebedrag, de projectsubsidies en de beoordeling van uitvoeringen van verenigingen. Ook werden
vraagtekens geplaatst bij de gehanteerde minimale ledenaantallen.
De consultatie heeft op een punt geleid tot de volgende wijziging van het voorgestelde beleid. De eis van
het opstellen van een begroting en een activiteitenplan ten behoeve van de subsidieaanvraag komt te
vervallen. Wanneer de indiendatum 1 juli wordt, is het niet redelijk om van een vereniging een
activiteitenplan voor het komende jaar te verlangen. De meeste verenigingen kunnen niet zover vooruit
kijken omdat activiteiten op een veel kortere termijn worden georganiseerd.
Op het punt van de minimale ledenaantallen worden de aanbevelingen van de verenigingen niet
meegenomen in de beleidsregels. Zowel binnen het HaFaBra-overleg als binnen het ATOB is discussie
ontstaan over de hoogte van deze getallen. De verenigingen in het ATOB hebben aangekaart dat veel
toneelstukken zijn geschreven voor 5-7 spelers, terwijl de minimum-eis voor toneelverenigingen 10 leden
is. In het HaFaBra-overleg is gesteld dat de eis van 20 leden voor een Brassband aan de hoge kant is
omdat de bezetting van een Brassband aan een maximum is gebonden (23 leden).
De suggestie wordt niet gevolgd omdat het wijzigen van de beleidsregels op dit punt zal leiden tot een
onoverzichtelijke situatie. Het huidige beleid is vastgelegd in beleidsregels (het is geen verordening); het
college kan in specifieke gevallen afwijken van de beleidsregels.
-2-