Bij de (incidentele) projectsubsidies geeft de adviescommissie inhoudelijk advies; daarnaast adviseert zij over de prioritering van projecten waarin het totaal gevraagde bedrag het beschikbaar bedrag overschrijdt. Naast het advies van de Adviescommissie Amateurkunst wordt in de volgende paragraaf een aanvulling op de adviezen van de adviescommissie geïntroduceerd. 3 Evaluatie van de artistieke presentaties In 2001 is in het kader van de nieuwe beleidsregels het artistiek plan geïntroduceerd. In dit plan leggen verenigingen hun artistieke ambitie neer. Ook geven zij aan hoe zij de gestelde doelen gaan bereiken. Deze artistieke plannen hebben tot gevolg gehad dat verenigingen zich bewuster zijn geworden van de artistieke aspecten van hun activiteiten. De volgende stap in de stimulering van de artistieke ontwikkeling is het laten beoordelen van de producten zoals deze zijn vastgelegd in de artistieke plannen. Vanuit het Centrum voor de Amateurkunst (CVA) is er de mogelijkheid om door onafhankelijke personen een kwaliteitstoets te laten uitvoeren. Dit is geen ongewone praktijk; in Roosendaal en Tilburg verzorgt het CVA soortgelijke activiteiten. De beoordeling bestaat uit het bezoeken van de voorstelling, een schriftelijke rapportage aan de vereniging en een nagesprek, waarin de beoordelaar zijn conclusies komt toelichten. Daarnaast wordt er een analyse gemaakt voor de gemeente waarin de projecten en ontwikkelingen in perspectief worden geplaatst. Het is in niet de bedoeling om de beoordeling te gebruiken als afrekeninstrument. Er moet ruimte zijn om te experimenteren en dat betekent dat gemaakte keuzen verkeerd kunnen uitpakken. Daarnaast is het uiteraard wel een van de informatiebronnen om te bekijken of een bepaald niveau wordt gehaald. Wanneer binnen de periode van het artistiek plan minimaal twee opeenvolgende jaren blijkt dat gestelde doelen niet worden gerealiseerd en dat de artistieke ontwikkeling stilstaat, wordt deze informatie wel meegenomen bij de vaststelling van een nieuw artistiek plan. Er zal dan, bij de vaststelling van een nieuw artistiek plan, meer aandacht worden besteed aan de haalbaarheid van gezette doelen. Voorgesteld wordt om per jaar ongeveer 9 a 10 beoordelingen te laten plaatsvinden. De kosten hiervoor (totaal circa 3.500,-) worden binnen het amateurkunstbudget opgevangen. De adviescommissie Amateurkunst bepaalt jaarlijks welke organisaties en of projecten worden geëvalueerd. Er zal in ieder geval ieder jaar een mix van "nieuwe" en "oude" organisaties en projecten worden gekozen. 4 Nieuwe berekeningswijze subsidies procedurele wijzigingen In de beleidsregels Amateurkunst 2005 wordt de manier van berekenen van subsidies aangepast. In plaats van met normbedragen gaat er worden gewerkt met een score. De aparte normbedragen voor professionele leiding en presentaties verdwijnen en worden samengevoegd tot een score voor activiteiten. De voorgestelde nieuwe berekeningswijze maakt de berekening van het totale subsidievolume en de verschillende bedragen voor de verenigingen een stuk eenvoudiger. De vereenvoudiging betekent dat er minder tijd nodig is om de subsidies te verdelen. De procedure kan daardoor sneller worden afgerond en leidt tot meer duidelijkheid bij de verenigingen. Tot nu toe werden aparte normbedragen voor professionele leiding en presentaties gehanteerd. Dit leidde tot complexe aanvragen en veel extra informatie waar nauwelijks iets mee werd gedaan. Wat betreft accommodaties blijft het huidige beleid gehandhaafd. Het gebruik maken van gemeentelijke accommodaties wordt via SAW geheel vergoed door de vakdirectie Cultuur. Organisaties die géén gebruik maken van gemeentelijke accommodaties krijgen een extra aantal punten als vergoeding voor accommodatielasten (het vroegere normbedrag accommodatie).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 19