Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 23982]
Dienst/afdeling: VSZ
Betreft:
Inleiding
Moti verin g/T oelichting
Consequenties
Voorstel
Agendapuntnummer: 2
Aantal bijlagen: -1 -
Verordening uitvoering Wet kinderopvang gemeente Breda.
Op 1 januari 2005 zal de Wet Kinderopvang in werking treden. Op grond van deze wet is de gemeente
verplicht een gemeentelijke verordening vast te stellen waarin de verstrekking van tegemoetkomingen
geregeld is. Voorgesteld wordt daarom bijgevoegde conceptverordening vast te stellen.
1. De verordening Uitvoering Wet kinderopvang gemeente Breda vaststellen.
2. Een egalisatiereserve kinderopvang instellen.
3. Uitvoering van de Wet kinderopvang toevoegen aan het programma
werkgelegenheidsvoorzieningen.
4. Het budget ad 353.000 wordt betrokken bij de opstelling van de begroting 2005.
5. De middelen die aan het gemeentefonds worden toegevoegd voor de financiering van sociaal-
medisch geïndiceerde kinderopvang aan de begroting 2005 van de dienst SAW toe te voegen
bij dienstbegroting ten behoeve van de bekostiging van deze vorm van kinderopvang via de
bijzondere bijstand.
6. Onder toepassing van artikel 25 van de Tijdelijke Referendumwet te bepalen dat de
verordening uitvoering Wet kinderopvang gemeente Breda drie dagen na publicatie in werking
treedt.
Met de komst van de nieuwe wet is het systeem van financiering van kinderopvang volledig gewijzigd. In
plaats van de instellingen te subsidiëren zijn het de ouders die subsidie ontvangen; dus van aanbod- naar
vraagsturing. De subsidie wordt verstrekt aan de ouder door drie partijen; het rijk (via de belastingdienst),
daarnaast de werkgever en als die er niet is, in sommige gevallen, de gemeente.
De gemeente is daarbij te zien als een pseudowerkgever voor ouders die geen werkgever hebben.
Het gaat dus vooral om mensen die een traject volgen, waaronder ook een inburgeringstraject valt. Maar
ook tienermoeders en studenten met kinderen.
De wet voorziet tevens in een sterk afgeslankt kwaliteitssysteem nu dit overgelaten wordt aan de
kinderopvangbranche zelf. De gemeente moet hier wel toezicht op houden, via de GGD, en zonodig de
landelijke eisen handhaven. In plaats van het vergunningensysteem is een registratiesysteem gekomen;
de gemeente moet daarvoor een register gaan bijhouden.
De verwachte kosten voor de wettelijke doelgroepen, toezicht en handhaving bedragen naar verwachting
353.000 in 2005. Deze inschatting is gemaakt op grond van de huidige uitgaven en een prognose van de
te verwachte omvang van de doelgroepen binnen de nieuwe regeling (prijspeil 2005).
Via het gemeentefonds zal in 2005 naar verwachting een gelijk bedrag beschikbaar komen voor de
uitvoering van de Wet Kinderopvang. In 2006 en 2007 worden hier nog bedragen aan toegevoegd, omdat in
de komende jaren extra tariefsstijgingen voorzien worden, waarna in 2007 het structurele bedrag bekend is.
Aangezien de Wet Kinderopvang een openeinde regeling is en omdat de toevoeging aan het gemeentefonds
door het Rijk bijgesteld kan worden is het nodig een reserve Wet Kinderopvang te vormen die deze risico's
kan opvangen. Het Rijk zal de komende jaren de uitgaven op grond van de wet ook monitoren. Resultaat
hiervan kan zijn dat de toevoeging aan het gemeentefonds, zowel in positieve als negatieve zin, aangepast
wordt. Op grond hiervan wordt voorgesteld dat de in enig jaar ontstane overschotten op basis van de aan de
begroting van SAW toegevoegde middelen in een egalisatiereserve kunnen worden gestort. In 2007 kan
deze egalisatiereserve heroverwogen worden.
-1-