2
5. Het college kan bepalen dat voor de aanvraag gebruik gemaakt wordt van een door het college
vastgesteld en beschikbaar gesteld aanvraagformulier;
6. Als de ouder een partner heeft, wordt de aanvraag mede ondertekend door de partner.
HOOFDSTUK 3. VERLENING VAN DE TEGEMOETKOMING
Artikel 3.1 Het besluit tot verlenen van de tegemoetkoming
1Het college besluit over de aanvraag binnen acht weken na ontvangst van alle benodigde
gegevens.
2. Het college kan dit besluit met ten hoogste vier weken verdagen. Het informeert de aanvrager
hierover schriftelijk.
Artikel 3.2 Weigeringsgrond
Het college weigert de tegemoetkoming indien de aanvrager niet behoort tot de personen als bedoeld
in artikel 22 of artikel 6, eerste lid, onderdeel k en of I van de wet.
Artikel 3.3 Ingangsdatum
1De tegemoetkoming wordt verleend met ingang van de datum waarop de aanvraag is ontvangen.
2. Als op deze datum nog geen kinderopvang plaatsvindt, wordt de tegemoetkoming verleend met
ingang van de datum waarop de kinderopvang zal plaatsvinden.
Artikel 3.4 De periode waarvoor de tegemoetkoming wordt verleend
1. De tegemoetkoming wordt verleend voor de periode van een kalenderjaar.
2. In afwijking van het eerste lid kan het college de tegemoetkoming voor een kortere periode
verlenen.
Artikel 3.5 Beperking van de aanspraak op de tegemoetkoming
1Het college verstrekt de tegemoetkoming voor het aantal uren kinderopvang per kind dat door de
ouder is aangevraagd.
2. In afwijking van het eerste lid verstrekt het college bij een ouder als bedoeld in artikel 24, eerste
lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a, van de wet, de tegemoetkoming voor het aantal uren
kinderopvang dat naar zijn oordeel redelijkerwijs noodzakelijk is voor de combinatie van arbeid en
zorg.
Artikel 3.6 Inhoud van de beschikking
Het besluit tot verlening van een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang bevat in ieder geval:
a. de vaststelling tot welke van de gemeentelijke doelgroepen de ouder en/of partner behoort;
b. de naam en geboortedatum van het kind of de kinderen waarop de tegemoetkoming betrekking
heeft;
c. de naam en adres van het kindercentrum of gastouderbureau waar de kinderopvang plaatsvindt;
d. de periode en de omvang van de kinderopvang per kind waarvoor de tegemoetkoming wordt
verleend;
e. het maximaal toegekende bedrag per kalenderjaar of andere periode waarvoor de
tegemoetkoming wordt verleend en de wijze waarop dit berekend is;
f. de wijze waarop de tegemoetkoming wordt uitbetaald;
g. de verplichtingen van de ouder.
Als de aanvraag betrekking heeft op een persoon als bedoelt in artikel 6, eerste lid, onderdeel k en of I
van de wet bevat het besluit tevens:
a. of er al dan niet sprake is van een indicatie;
Versie raadsvoorstel