6 gemeente Breda is één van de mogelijkheden om deze adviezen in te winnen bij de GGD met inschakeling van een jeugdarts of jeugdverpleegkundige. Om te bepalen of iemand al of niet tot de doelgroep van de gemeente, moet gekeken worden naar de omstandigheden van de ouder én indien aanwezig, de partner van de ouder. Artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Wk, geeft de definitie van het begrip 'ouder': 1. een persoon die een huishouding voert waartoe het kind behoort, op wie de kinderopvang betrekking heeft, welk kind in belangrijke mate door hem wordt onderhouden in de zin van artikel 2 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001, dan wel 2. een persoon die een huishouding voert waartoe het kind behoort, op wie de kinderopvang betrekking heeft, waarvoor die persoon een pleegvergoeding in het kader van de Wet op de jeugdhulpverlening ontvangt. Voor de omschrijving van het begrip 'partner' wordt in de Wk aangesloten bij het partnerbegrip in de Wet inkomstenbelasting 2001. 4. Aanwijzen van gemeentelijke doelgroepen De gemeente kan er voor kiezen om naast de doelgroepen die in de wet zijn benoemd, eigen doelgroepen aan te wijzen die aanspraak kunnen maken op een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang. Daarbij kan gedacht worden aan ouders die vrijwilligerswerk doen of ouders die zich bezighouden met mantelzorg. Er is voor gekozen om dit in het eerste jaar dat de wet van kracht is nog niet te doen. De kosten hiervan zouden immers volledig voor rekening van de gemeente zelf komen. Zolang er geen goed zicht is op de te verwachten uitgaven in het kader van de wet is het niet verantwoord hier nog extra uitgaven te creëren. 5. Hoogte van de tegemoetkoming ten behoeve van de gemeentelijke doelgroepen In artikel 24 van de wet is de hoogte van de tegemoetkoming van de gemeente bepaald. Naast de plicht tot betaling van het werkgeversdeel van de kosten van kinderopvang ten behoeve van de in artikel 22 en 23 genoemde wettelijke doelgroepen (1/6 of 1/3 deel van de kosten) heeft de gemeente voor een deel van deze groepen nog een verplichting tot betaling van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage. In de hierna volgende schema's zijn de groepen aangegeven ten aanzien van wie deze verplichting bestaat. Deze inkomensafhankelijke ouderbijdrage moet in overeenstemming met de jaarlijks door het ministerie van SZW vast te stellen ouderbijdragentabel kinderopvang ("percentagetabel") bepaald worden. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de gemeentelijke doelgroepen in de Wk, met daarbij de betreffende bepalingen in de wet. Bovendien wordt per doelgroep aangegeven welk deel van de kosten van de kinderopvang door de gemeente wordt vergoed door middel van een tegemoetkoming. Naast het 1/6 of 1/3 deel van de kosten van de kinderopvang zoals opgenomen in artikel 7 lid 1 van de wet, bestaat er voor ouders in een arbeidstoeleidingstraject met een uitkering en voor ouders met een deeltijdbaan en een aanvullende WWB-uitkering, nog recht op een aanvullende vergoeding. Dit heeft tot doel om met name voor deze groep ouders de kosten van de kinderopvang geen belemmering te laten zijn voor deelname aan het reintegratietraject dan wel het arbeidsproces. Versie raadsvoorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 45