9
6. Hoofdlijnen van het proces van verstrekking van de tegemoetkomingen
In deze verordening zijn de hoofdlijnen van het proces van verstrekking van de tegemoetkomingen
door de gemeente vastgelegd. Daarbij zijn twee uitgangspunten gehanteerd. Het eerste uitgangspunt
is, dat de uitvoeringslasten voor zowel de gemeente als de aanvragers van de tegemoetkoming zo
beperkt mogelijk moeten zijn. Het tweede uitgangspunt is dat de gemeentelijke uitgaven die gemoeid
zijn met de verstrekking van de tegemoetkomingen zo goed mogelijk beheersbaar zijn.
Bepalingen om de beheersbaarheid van de gemeentelijke uitgaven te bevorderen
De gemeentelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang is een "open-einde regeling". Dit
betekent dat iedereen die op grond van de wet behoort tot de gemeentelijke doelgroep recht heeft op
een tegemoetkoming van de gemeente.
Om greep te houden op de kosten die het gevolg zijn van de verstrekking van de tegemoetkomingen,
zijn in de verordening de volgende bepalingen opgenomen:
De omvang van de aanspraak van ouders op een tegemoetkoming van de gemeente wordt aan
beperkingen gebonden. In de verordening is bepaald dat de tegemoetkoming wordt verstrekt voor
het aantal uren kinderopvang per week dat naar het oordeel van het college voor de ouder
redelijkerwijs noodzakelijk is om de combinatie van arbeid en zorg mogelijk te maken. De wens
van de ouder is hier dus uitdrukkelijk niet bepalend.
Er worden geen tegemoetkomingen met terugwerkende kracht verstrekt. Een gemeentelijke
tegemoetkoming wordt op zijn vroegst verstrekt met ingang van datum waarop de aanvraag is
ingediend.
De tegemoetkoming wordt alleen verstrekt als er ook feitelijk kinderopvang plaatsvindt.
De tegemoetkoming wordt uitbetaald in maandelijkse voorschotten. Hierdoor blijft de omvang van
eventuele onverschuldigde betalingen die de gemeente van de ouders moet terugvorderen,
beperkt.
Tegemoetkomingen voor de duur van een kalenderjaar
Een tegemoetkoming wordt in principe verstrekt voor de duur van één kalenderjaar. Daarmee wordt
aangesloten bij de wijze waarop de betalingen door de Belastingdienst worden verstrekt. Dit betekent
dat een tegemoetkoming elk jaar opnieuw moet worden aangevraagd. Uitzondering wordt gemaakt
voor de gevallen waarin bij de aanvraag reeds duidelijk is dat de aanspraak op de tegemoetkoming
16. De ouder of zijn partner behoort tot een van de
Artikel 22 lis 1 sub d
Artikel 24 lid 2 sub b
categorieën 2, 5 of 6 én de andere persoon
Artikel 22 lid 1 sub a
1/6 deel van de kosten van
verricht betaalde arbeid
kinderopvang
Artikel 6 iid 1 sub a
Artikel 6 lid 1 sub d, g ofj
17. Zowel de ouder als zijn partner hebben een inkomen
Artikel 22 lid 2
artikel 24 lid 3 en 4
uit arbeid die wordt aangevuld met algemene bijstand
Voorliggende voorziening
op grond van de WWB
van werkgever gaat voor.
Artikel 6 lid 1 sub a
Anticumulatiebepaling
18. De ouder of zijn partner behoren niet tot een andere
doelgroep én het college heeft een sociaal-medische
Artikel 22 lid 1 sub b
Artikel 24 lid 1 sub b
indicatie vastgesteld.
juncto artikel 23
1/3 deel van de kosten van
Artikel 6 lid 1 sub k en I
kinderopvang
Versie raadsvoorstel