9 6. Hoofdlijnen van het proces van verstrekking van de tegemoetkomingen In deze verordening zijn de hoofdlijnen van het proces van verstrekking van de tegemoetkomingen door de gemeente vastgelegd. Daarbij zijn twee uitgangspunten gehanteerd. Het eerste uitgangspunt is, dat de uitvoeringslasten voor zowel de gemeente als de aanvragers van de tegemoetkoming zo beperkt mogelijk moeten zijn. Het tweede uitgangspunt is dat de gemeentelijke uitgaven die gemoeid zijn met de verstrekking van de tegemoetkomingen zo goed mogelijk beheersbaar zijn. Bepalingen om de beheersbaarheid van de gemeentelijke uitgaven te bevorderen De gemeentelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang is een "open-einde regeling". Dit betekent dat iedereen die op grond van de wet behoort tot de gemeentelijke doelgroep recht heeft op een tegemoetkoming van de gemeente. Om greep te houden op de kosten die het gevolg zijn van de verstrekking van de tegemoetkomingen, zijn in de verordening de volgende bepalingen opgenomen: De omvang van de aanspraak van ouders op een tegemoetkoming van de gemeente wordt aan beperkingen gebonden. In de verordening is bepaald dat de tegemoetkoming wordt verstrekt voor het aantal uren kinderopvang per week dat naar het oordeel van het college voor de ouder redelijkerwijs noodzakelijk is om de combinatie van arbeid en zorg mogelijk te maken. De wens van de ouder is hier dus uitdrukkelijk niet bepalend. Er worden geen tegemoetkomingen met terugwerkende kracht verstrekt. Een gemeentelijke tegemoetkoming wordt op zijn vroegst verstrekt met ingang van datum waarop de aanvraag is ingediend. De tegemoetkoming wordt alleen verstrekt als er ook feitelijk kinderopvang plaatsvindt. De tegemoetkoming wordt uitbetaald in maandelijkse voorschotten. Hierdoor blijft de omvang van eventuele onverschuldigde betalingen die de gemeente van de ouders moet terugvorderen, beperkt. Tegemoetkomingen voor de duur van een kalenderjaar Een tegemoetkoming wordt in principe verstrekt voor de duur van één kalenderjaar. Daarmee wordt aangesloten bij de wijze waarop de betalingen door de Belastingdienst worden verstrekt. Dit betekent dat een tegemoetkoming elk jaar opnieuw moet worden aangevraagd. Uitzondering wordt gemaakt voor de gevallen waarin bij de aanvraag reeds duidelijk is dat de aanspraak op de tegemoetkoming 16. De ouder of zijn partner behoort tot een van de Artikel 22 lis 1 sub d Artikel 24 lid 2 sub b categorieën 2, 5 of 6 én de andere persoon Artikel 22 lid 1 sub a 1/6 deel van de kosten van verricht betaalde arbeid kinderopvang Artikel 6 iid 1 sub a Artikel 6 lid 1 sub d, g ofj 17. Zowel de ouder als zijn partner hebben een inkomen Artikel 22 lid 2 artikel 24 lid 3 en 4 uit arbeid die wordt aangevuld met algemene bijstand Voorliggende voorziening op grond van de WWB van werkgever gaat voor. Artikel 6 lid 1 sub a Anticumulatiebepaling 18. De ouder of zijn partner behoren niet tot een andere doelgroep én het college heeft een sociaal-medische Artikel 22 lid 1 sub b Artikel 24 lid 1 sub b indicatie vastgesteld. juncto artikel 23 1/3 deel van de kosten van Artikel 6 lid 1 sub k en I kinderopvang Versie raadsvoorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 48