Artikelsgewijze toelichting
beperkt is tot een bepaalde periode (bijvoorbeeld de duur van een reïntegratietraject die in het
trajectplan is vastgelegd of de datum waarop het kind naar de basisschool gaat of de basisschool
verlaat). Daarnaast kunnen natuurlijk ook twee besluiten genomen worden, een voor het lopende jaar
en een voor het komende jaar. Dit zal het geval zijn als de behoefte aan kinderopvang bijvoorbeeld
kort doorloopt in het komende jaar.
Verstrekking van de tegemoetkoming in twee stappen
De verstrekking van de tegemoetkoming vindt plaats in twee stappen. Hiermee wordt aangesloten bij
de Awb. De eerste stap is de beschikking tot het verlenen van de tegemoetkoming. Deze beschikking
geeft de ontvanger van de tegemoetkoming een voorwaardelijke aanspraak op de tegemoetkoming tot
een maximumbedrag. De aanspraak is voorwaardelijk omdat op het moment dat de beschikking wordt
gegeven nog niet zeker is dat de aanvrager daadwerkelijk gebruik zal maken van kinderopvang en
zich aan de opgelegde verplichtingen houdt. Ondanks het voorwaardelijke karakter schept de
subsidieverlening wel een rechtens afdwingbare aanspraak.
De tweede stap is de beschikking tot het vaststellen van de tegemoetkoming. In deze beschikking
wordt, achteraf, vastgesteld in hoeverre de ontvanger aan de gestelde voorwaarden heeft voldaan en
hoeveel het uiteindelijke bedrag van de tegemoetkoming is. Met het vaststellen van de
tegemoetkoming wordt de tegemoetkoming definitief. Voordat de tegemoetkoming wordt vastgesteld
kan de gemeente onderzoek doen naar de rechtmatigheid van de tegemoetkoming door gegevens
van de ouders te controleren en eventueel inlichtingen bij de houders van een kindercentrum of
gastouderbureau op te vragen.
Artikel 1.1 Begripsbepalingen
In de begripsbepalingen is aangesloten bij de begrippen die in de Wk worden gehanteerd. Begrippen
die in de Wk zijn opgenomen zijn hier dus niet opnieuw gedefinieerd.
Artikel 2.1 Te verstrekken gegevens bij de aanvraag
De tegemoetkoming wordt door de ouder aangevraagd bij het college (artikel 26 Wk). Het moet dan
gaan om het college van de gemeente waar de ouder woont (artikel 22, derde lid, Wk). De aanvraag
moet schriftelijk worden ingediend (artikel 4:1 Awb).
Omdat een tegemoetkoming voor de duur van een kalenderjaar wordt verstrekt (artikel 3.4) moet deze
elk jaar opnieuw worden aangevraagd. Om de lasten voor de aanvragers zo beperkt mogelijk te
houden kan de gemeente het aanvraagformulier voor een vervolgaanvraag aan de ouders toesturen,
waarbij het formulier al is ingevuld met de gegevens die al bekend zijn. De ouders hoeven dan alleen
de mutaties op het aanvraagformulier aan te geven.
Een verhoging van de tegemoetkoming in verband met een verhoging van het aantal uren of dagdelen
kinderopvang per kind, zal ook moeten worden aangevraagd. Een verlaging van de tegemoetkoming
in verband een vermindering van de omvang van de kinderopvang hoeft niet te worden aangevraagd.
De ouder moet hiervan wel onmiddellijk mededeling doen aan het college (artikel 28, derde lid, Wk en
artikel 5.1, eerste lid).
Onderdeel e van het eerste lid bepaalt, dat bij de aanvraag gegevens of een verwijzing naar gegevens
wordt gevoegd waaruit blijkt dat de ouder behoort tot een gemeentelijke doelgroep. In een aantal
gevallen kan de ouder volstaan met een verwijzing naar die gegevens omdat de gemeente over de
gegevens beschikt:
de ouder of partner ontvangt van een uitkering in het kader van de WWB, IOAW/IOAZ of Anw én
maakt gebruik van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling;
Versie raadsvoorstel
10