16 exploitatie van het kindercentrum overeenkomstig het bepaalde in de wet is. Als dit niet het geval is kan de gemeente het kindercentrum aanwijzingen geven waarin aangegeven is welke maatregelen genomen moeten worden. Het niet opvolgen daarvan, ondanks de mogelijke inzet van bestuursdwang kan leiden tot het verbieden van de exploitatie. Overigens geldt voor hoofdstuk 6 dat via- beleidsregels de uitvoering 'nader ingevuld zal worden. Artikelen 6.2 De handhaving In de wet is tevens opgenomen dat de gemeente zorgt voor de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang binnen de gemeente. Bij handhaving gaat het om het toezicht op de naleving en het zonodig ingrijpen. In het vorige artikel is, in grote lijnen, aangegeven welke procedure daarbij gevolgd wordt. Artikelen 6.3 De sanctionering De sanctionering richt zich zowel op de ouder als de houder van het kindercentrum. Beiden kunnen een bestuurlijke boete opgelegd krijgen bij het niet nakomen van verplichtingen zoals opgelegd op grond van de wet en deze verordening. De handhaving gebeurt op grond van hoofdstuk 5 van de wet. Artikelen 7.1 Beleidsregels In dit artikel is geregeld dat het college beleidsregels kan opstellen waarin nader aangegeven is hoe omgegaan wordt met bevoegdheden ten aanzien van de genoemde artikelen. Op die wijze wordt de beoordeling zoveel mogelijk geobjectiveerd. Artikelen 7.2 Hardheidsclausule De hardheidsclausule maakt het mogelijk om, in gevallen dat toepassing van de verordening tot een onbillijke uitkomst zou leiden, van de verordening af te wijken. Artikelen 7.3 Onvoorzien Anders dan de hardheidsclausule geeft dit artikel ruimte om in onvoorziene omstandigheden adequaat te kunnen handelen. Deze ruimte is nodig nu het hier een nieuwe regelgeving betreft waarbij op voorhand niet te overzien is welke situaties zich zullen aandienen. Artikel 7.4. Inwerkingtreding In dit artikel is geregeld op welk moment de verordening in werking treedt. De verordening is vastgesteld in de raadsvergadering van 30 september en treedt in werking drie dagen na publicatie. Dit is mogelijk op grond van artikel 25 van de Tijdelijke referendumwet. Om tijdig de aanvragen te kunnen afwerken is het immers nodig om in de maand oktober over een geldige verordening te beschikken zodat geen ruimte gelaten kan worden voor een mogelijk te houden referendum. Beschikkingen moeten immers voor 1 december door de gemeente afgegeven worden omdat dan de aanvraagtermijn van de Belastingdienst sluit. Althans van aanvragen die na die datum ingediend zijn wordt geen garantie gegeven dat de eerste betaling half januari plaatsvindt. Artikel 7.5. Citeertitel Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 8. Intrekking Dit artikel spreekt voor zich. Artikel 9. Reikwijdte Versie raadsvoorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 55