Omdat het hier om een specifieke subsidieregeling gaat voor nauwkeurig omschreven doelgroepen staat deze verordening geheel los van de Algemene Subsidieverordening Breda 1998. In het eerste lid van dit artikel is deze daarom ook niet van toepassing verklaard op de subsidiering op grond van de Wet kinderopvang. In het tweede lid is aangegeven dat de artikelen over sociaal-medisch geindiceerde kinderopvang nog niet inwerking treden zoalng dit ook niet het geval is voor de wet zelf. De reden hiervoor is dat de minister op 18 augustus 2004 de Tweede Kamer bericht heeft dat hij voornemens is om dit onderdeel in 2005 nog niet in werking te laten treden. De reden is dat hij toch een organisatie wil aanwijzen die deze indicaties moet doen en daarvoor zijn oog heeft laten vallen op de RIO's. Gezien lopende centralisering daarvan vindt hij het niet wenselijk om de RIO's al in 2005 met deze taak te belasten. Omdat de keuze van de adviseur geen directe invloed op de verordening heeft zijn de artikelen over sociaal-medische indicering gehandhaaft zodat ze tezijnertijd gewoon in werking kunnen treden. Overigens zijn de gevolgen hiervan beperkt en blijft de financiering voor deze groep dus zoals voorheen. Versie raadsvoorstel 17

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 56