Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 23810] Dienst/afdeling: JP Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/T oelichting Agendapuntnummer: 7 Aantal bijlagen: -- Voorstel tot het afwijzen van het verzoek om vrijstelling ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van Blokker Holding voor het vestigen van een Megablokker op de woonboulevard. Door Blokker Holding is een verzoek om vrijstelling ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingediend voor het vestigen van een megablokker op de woonboulevard aan de Kruisvoort te Breda. Het verzoek om vrijstelling ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening van Blokker Holding voor het vestigen van een megablokker op de woonboulevard aan de Kruisvoort af te wijzen. Het gebouw, waarin de Megablokker gevestigd moet worden, is gelegen in het bestemmingsplan "Heilaar-Steenakker herziening 1998, plandeel Heilaar", vastgesteld door uw raad op 23 juli 1998 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 10 maart 1999. De locatie heeft hierin de bestemming "Bedrijfsdoeleinden II". De bouw van het onderhavige gebouw is gerealiseerd via een vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening omdat de aanvraag om bouwvergunning afweek van het vigerende bestemmingsplan. De aanvraag week op de volgende punten af: 1. In de bestemming "Bedrijfsdoeleinden II" was geen detailhandel toegestaan. 2. De detailhandel in meubelen en woninginrichting mocht een omvang hebben van maximaal 40.000 m2 bvo hebben. Deze oppervlakte was al aanwezig op de woonboulevard en door de komst van IKEA was deze oppervlakte al vergroot met ruim 26.000 m2. 3. Er is één horecavoorziening t.b.v. de detailhandel in meubelen en woninginrichting toegestaan met een omvang van maximaal 300 m2 bvo. Er is al één restaurant aanwezig en in IKEA is ook een restaurant gevestigd. In het project is 1000 m2 gereserveerd voor horecavoorzieningen. Bij de behandeling van het verzoek om vrijstelling is aangesloten op de bestaande structuur en opzet van de woonboulevard. Hierbij is verder aansluiting gezocht bij de door uw raad vastgestelde Detailhandelsnota. In deze nota is het beleid geformuleerd voor de verdere ontwikkeling van de detailhandel in de gemeente Breda. Hierin is onder andere bepaald dat detailhandel bij voorkeur dient plaats te vinden binnen de daarvoor aangewezen centra zoals het stadscentrum en de buurt- en wijkcentra. Perifere vestiging van detailhandel wordt vanuit de detailhandelsnota toegestaan in zogenaamde subcentra, waarvan de Woonboulevard en het winkelcentrum Steenakker als voorbeeld worden genoemd. Binnen deze subcentra zijn bepaalde soorten van detailhandel uitgesloten. Dit zijn branches in dagelijkse artikelen en branches gericht op recreatief winkelen en impulsaankopen. De reden dat hiervoor wordt gekozen ligt in het gegeven dat volgens het detailhandelsbeleidsplan "De winkels op het gebied van dagelijkse artikelen zijn voorbehouden aan de daarvoor beleidsmatig aangewezen locaties in de detailhandelsstructuur, vanwege de gewenste basisvoorzieningen op acceptabele afstand in de woongebieden. Winkels gericht op recreatief winkelen en impulsaankopen zijn bepalend voor de winkelcentra met een mix aan diverse functies en deze winkels zijn ook het meest gebaat bij een locatie met een brede activiteit, grote bezoekersstromen en in passende sfeervolle gebieden." Verderop in het Detailhandelsbeleidsplan (paragraaf 5.5) is dit beleid verder uitgewerkt. Hieruit blijkt dat een Megablokker vanwege zijn assortiment (luxe/huishoudelijke/kunst-/geschenkartikelen en (woning)decoratieartikelen) mag worden gezien als een branche gericht op recreatief winkelen en impulsaankopen en mag daarom op basis van het Detailhandelsbeleidsplan niet perifeer worden gevestigd. Vestiging van deze Megablokker past dan ook niet binnen de voor dat project verleende vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 79