Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 23682]
Dienst/afdeling: JP
2. W. van der Made.
Inhoud zienswijze.
Reclamant maakt bezwaar tegen de regeling voor wonen. Wil in het bestemmingsplan, gezien de
oppervlakte van zijn perceel, een bouwvlak van 1200 m2 en de mogelijkheid om zijn pand uit te kunnen
breiden tot 1500 m3.
Beoordeling.
De in het bestemmingsplan opgenomen regeling voor woondoeleinden komt overeen met de regeling
zoals die in het Streekplan Noord-Brabant 2002 is opgenomen. Deze regeling is in het Streekplan
opgenomen om verstening van het landelijke gebied tegen te gaan en het gebruik van voormalige
agrarische bedrijfswoningen voor burgerwoondoeleinden te ontmoedigen. De provinciale overheid eist
dat deze regeling in het bestemmingsplan wordt overgenomen. Doet de gemeente dit niet dan wordt aan
de opgenomen regeling goedkeuring onthouden. In het kader van het vooroverleg ex artikel 10 van het
Besluit op de ruimtelijke ordening heeft de Provinciale Planologische Commissie hier ook al een
opmerking over gemaakt. De wijziging als door reclamant wordt voorgestaan kan dan ook, wegens strijd
met het Streekplan niet worden doorgevoerd. Wel is al vooruitgelopen op een aanstaande herziening van
het Streekplan ten aanzien van de maximale grootte van burgerwoningen in het landelijke gebied. De
bestaande woningen in het buitengebied mogen nu maximaal 600 m3 groot zijn of worden. Deze
wijziging is in de voorschriften van het bestemmingsplan al meegenomen.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
3. ZLTO, afdeling Breda.
Inhoud zienswijze.
De ingediende zienswijzen hebben betrekking op de plankaart, de toelichting en de voorschriften.
Voorafgaand wordt opgemerkt dat de landbouw een afgeleide en lage prioriteit krijgt in het
bestemmingsplan terwijl deze toch een belangrijke functie vervult in et buitengebied. Uit alles kan dit
worden opgemaakt. Per onderdeel zal hierop worden ingegaan.
Plankaart.
1Bestemming Agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden (ALN). In de Lage
Vuchtpolder is ten onrechte een stuk Agrarische Hoofdstructuur aangeduid als Groene
Hoofdstructuur en vervolgens bestemd tot ALN-gebied. Verzoeken het ALN-gebied te verkleinen tot
de werkelijke Groene Hoofdstructuur en het hierdoor vrijkomende gebied een agrarische bestemming
te geven. Hierdoor zullen de in het plan voor de Groene Hoofdstructuur geldende beperkingen komen
te vervallen.
2. Natuurontwikkeling. Het gebied met de aanduiding natuurontwikkelingsgebied is groter dan in het
Streekplan is aangegeven. Vooral het gebied ten noorden van de Zwarte Dijk en ten oosten van de
Nieuwe Dijk. Verzoeken ook deze begrenzing aan te passen. Voorts achten reclamanten het
principieel onjuist om natuurontwikkeling en aanleg landschapselementen op de plankaart te
vermelden. Horen thuis op een ontwikkelingenkaart.
14.1.2. De zin over opgaand houtgewas komt niet overeen met het aanlegvergunningenstelsel.
2. 4.1.6. Vinden het te vergaand om bouwaanvragen, zelfs op de bouwvlakken, te toetsen aan
landschappelijke toetsingskaders. Nuancering zou hierin aangebracht moeten worden.
3. 4.2. Intensieve veehouderij. Het is onjuist te constateren dat Teteringen niet in een
veeverdichtingsgebied zit en dat daarom de intensieve veehouderij zich hier niet mag ontwikkelen.
Verplaatsing naar een duurzame locatie wordt hiermee onmogelijk. Provinciale doelstellingen over
verplaatsen van dit soort bedrijven kan zo geen gestalte krijgen. Omschakeling (onder voorwaarden)
moet wel mogelijk zijn.
4. 4.2.1Grondgebonden land- en tuinbouw. In de tabel wordt ten onrechte onder grondgebonden
alleen veehouderij verstaan.
5. 4.2.2. Omvang bouwvlakken. Wijzen in dit verband op de verruimde mogelijkheden tot vergroting van
de bouwvlakken in het recente Streekplan. Verzoeken deze verruiming mee te nemen in dit
bestemmingsplan.
6. 5.2.1. Gebied met bestemming Agrarisch gebied met landschappelijke waarde (AL). Kunnen niet
instemmen met een aanlegvergunning voor uitbreiding areaal boom- en sierteelt.
Toelichting.
-3-