Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 23682] Dienst/afdeling: JP Het is in ruimtelijk opzicht niet wenselijk om het grondgebruik in een deel van de Lage Vuchtpolder te intensiveren omdat dit het geheel van de openheid in de veenweidepolder teniet zal doen. 3. Het betreffende pand is bestemd in overeenstemming met het bestaande gebruik. Deze boerderij is al vele jaren voor burgerwoondoeleinden in gebruik en ook als zodanig verbouwd. Voorts is in het bestemmingsplan de mogelijkheid gegeven om binnen het bestaande bouwvolume de woning uit te breiden. Een soortgelijke regeling is ook opgenomen in het inmiddels onherroepelijk geworden bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek. Ten aanzien van de opmerking van appellant betreffende de ligging van de woning binnen de geluids- en hindercirkel van een van de bedrijfsgebouwen wordt opgemerkt dat de bestaande woning ook al binnen deze cirkel was gelegen dus zonder dat deze kon worden uitgebreid. De reden hiervan is gelegen in het feit dat de door reclamant bedoelde opstal voorheen behoorde bij het op het Hoeveneind 110 gevestigde agrarische bedrijf. Conclusie. Deze zienswijze ongegrond te verklaren. 10. Linssen CS advocaten namens VOF Pensionstal Hoeveneind Inhoud zienswijze. 1. Op grond van besluiten van de gemeente is reclamanten toegezegd dat bij hun manegebedrijf aan de Hoeveneind 118 een bedrijfswoning aanwezig c.q. opgericht zou mogen worden. Uit het ontwerp van het bestemmingsplan zou dit echt niet per definitie blijken. 2. Verder verzoeken appellant om vergroting van hun bouwblok teneinde de bebouwing uit te kunnen breiden en zo in te kunnen spelen op de ontwikkelingen binnen de bedrijfstak. Beoordeling. 1. Op grond van het ontwerp van het bestemmingsplan Buitengebied Teteringen heeft het betreffende perceel met opstallen de bestemming "Bedrijfsdoeleinden". Uit de bijbehorende voorschriften, als opgenomen in artikel 12, staat in lid II onder 4 dat per bouwvlak een dienstwoning mag worden gebouwd, voorzover binnen het bouwvlak nog geen woning aanwezig is. Hiermee is de thans bestaande woning gelegaliseerd. Voor het bouwen van een nieuwe bedrijfswoning op het perceel is het noodzakelijk dat de bestaande woning aan zijn bestemming wordt onttrokken. Een en ander is dus wel degelijk in het bestemmingsplan vastgelegd. 2. Ten aanzien van het verzoek om vergroting van het bouwvlak in verband met mogelijke uitbreidingen van de bebouwing in de naaste toekomst wordt opgemerkt dat de uitbreidingsruimte voor de bebouwing eveneens is opgenomen in artikel 12 van voornoemd bestemmingsplan. Deze uitbreidingsregeling is geënt op de regeling zoals deze in het Streekplan 2002 is verwoord. Voor het bedrijf van appellant betekent dit dat de thans bestaande bebouwing mag worden uitgebreid met maximaal 25% van het bestaande bebouwde oppervlak. Een dergelijke uitbreiding past binnen het aan appellant toegekende bouw- en bestemmingsvlak. Conclusie. Deze zienswijze ongegrond te verklaren. 11. M.H.B.M. Goosen Inhoud zienswijze. Appellant verzoekt te bevestigen dat aan de Bolderstraat 6 te Teteringen, anders dan de toelichting op bladzijde 87 doet vermoeden, geen dierenpension gevestigd mag worden. Beoordeling. Appellant heeft dit juist geconstateerd. In de lijst op bladzijde 87 van de toelichting op het bestemmingsplan dient deze vermelding te worden gewijzigd in "Tilburgsebaan 6". -12-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 46