1. Overeenkomstig de artikelen 182 tot en met 184 van de wet voert de rekenkamer haar werkzaamheden uit. 2. Conform artikel 182 van de wet bepaalt de rekenkamer zelf naar welke onderwerpen zij een onderzoek wil verrichten. 3. Vóór 1 december kan de raad de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek voor het jaar daarop. De rekenkamer bericht de raad binnen twee maanden of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij de afwijzing motiveren. 4. Jaarlijks legt de rekenkamer vóór 1 april een onderzoeksplan ter kennisneming aan de raad voor. Artikel 11 Rapportage en terugkoppeling van onderzoeken 1. De rekenkamer stelt de onderzochte partij(en) schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) ontwerponderzoeksrapport. 2. De rekenkamer stelt de onderzochte partij in de gelegenheid om binnen vier weken schriftelijk te reageren op het conceptonderzoeksrapport en, indien van toepassing, de conceptaanbevelingen. 3. Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek af en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, evenals de reacties hierop zijn opgenomen. Artikel 12 Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamer. Artikel 13 Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005. Aldus vastgesteldTn de openbare gadering vergadering van 21 oktober 2004. voorzitter griffier

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 85