Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24365]
Dienst/afdeling: ROSV
Voorgesteld wordt een experiment te starten over het Keurmerk Veilig Wonen in de bestaande voorraad.
Dit biedt de gemeente de gelegenheid te onderzoeken of en in hoeverre het voor de gemeente in de
toekomst mogelijk is ook voor bestaande bouw het Keurmerk Veilig Wonen deelcertificaat directe
woonomgeving op meerdere plekken te behalen.
Doel van het experiment is:
Voor het samen met WonenBreburg geselecteerde project het deelcertificaat woonomgeving van
het Politiekeurmerk Veilig Wonen te behalen.
Te kijken welke elementen komen kijken bij het realiseren van het deelcertificaat woonomgeving
bij bestaande bouw; dit in samenspraak met o.a. een vertegenwoordiger van de politie.
Een inschatting te kunnen maken van hoe in de toekomst met vragen om een deelcertificaat
woonomgeving om te kunnen gaan. (Realiseerbaar of niet)
De uitkomsten van het experiment geven antwoord op o.a. de volgende vragen:
Wat zijn de criteria om te bepalen welke plekken/ buurten urgent zijn?
Kan het deelcertificaat woonomgeving voor de gemeente kostenneutraal worden gerealiseerd
(door bv synergie voordelen door combineren van planning)? Zo niet, wat zijn dan de extra
investeringen en wat zijn mogelijke dekkingsbronnen?
Welke richtlijn kan worden opgesteld over hoe om te gaan met partijen die de andere certificaten
bestaande bouw halen en die de gemeente vragen het deelcertificaat woonomgeving te behalen?
Wil de gemeente Breda - op basis van de opgedane ervaring - meewerken aan de opzet van
een regionale keurmerkcommissie? Zo ja, onder welke voorwaarden en in welke rol?
Voorgesteld wordt maximaal 200.000 voor dit experiment wat in de eerste helft van 2005 wordt
uitgevoerd beschikbaar te stellen.
Herstel leefbaarheid
Op verschillende plekken in de stad wordt geprobeerd de leefbaarheid van de buurt te vergroten.
Hierbij komen nu en dan knelpunten op de weg die met inzet van een financiële bijdrage kunnen
worden weggenomen. Knelpunten die bv ontstaan bij het verwerven, verbouwen of nieuwe invulling
geven aan panden of opnieuw ontsluiten. Om deze knelpunten weg te nemen, wordt voorgesteld hier
maximaal 146.275 uit de Reserve Volkshuisvesting voor te reserveren. Met de corporaties worden
nadere afspraken gemaakt over deze middelen precies in te zetten.
Aandachtsgroepen
Doorstroming in maatschappelijke opvang
Eén van de doelgroepen van beleid zijn de mensen die beroep doen of gebruik maken van de
maatschappelijke opvang. In de prestatie afspraken "Alliantie wonen in Breda" is deze doelgroep
eveneens benoemd. In de huisvesting van deze groep doet zich een belangrijk knelpunt voor: er zijn
beperkte doorstroommogelijkheden voor bewoners van de intramurale opvang om vanuit de
opvangsituatie naar andere woonvormen te verhuizen.
In 2004 is vaak overlegd tussen corporaties, organisaties van maatschappelijke opvang en de gemeente
om te kijken hoe dit knelpunt aan te pakken. De corporaties willen de capaciteit aan woningen voor deze
mensen én de variëteit van verschillende woonvormen vergroten. De woonvormen variëren van de
intramurale (crisis) opvang tot begeleiding in een huurwoning; hiertussen bestaan woonvormen als bv
vormen van begeleid wonen, short-stay, bemoeizorg.
Om dit te realiseren is afgesproken dat partijen eind 2004 een plan van aanpak opstellen. De gemeente
wil dit stimuleren omdat daarmee de slaagkans op huisvesting naar keuze ook voor deze groep wordt
vergroot. Daarnaast wordt een belangrijke stap gezet in het optimaliseren van de samenwerking tussen
de maatschappelijke opvang en de corporaties. Dit traject wordt begeleid door het SEV.
Voorgesteld wordt daarom om uit de Reserve Volkshuisvesting een maximaal budget van 150.000
beschikbaar te stellen; deze middelen zijn bestemd voor het opstellen en uitvoeren van een plan van
aanpak; met name voor deskundigheidsbevordering ten behoeve van de uitvoering van dit plan van
aanpak.
-5-