Artikel 11 In dit artikel wordt ingegaan op de wijze waarop de Cliëntenraad Breda gevraagde en ongevraagde adviezen dient te geven. Voorts is de termijn aangegeven waarbinnen een gevraagd advies moet worden uitgebracht. Artikel 12 Er bestaat een wettelijke verplichting tot het hebben van cliëntenparticipatie. De in het derde lid van dit artikel genoemde mogelijkheid tot ontbinding van de Cliëntenraad Breda heeft dan ook slechts betrekking op de, onverhoopte, mogelijkheid dat deze vorm van participatie niet succesvol zou kunnen blijken te zijn. In dat geval biedt de mogelijkheid tot ontbinding de kans de vorm van participatie te wijzigen. Artikel 13 In dit artikel wordt de informatieplicht van de gemeente aan de Cliëntenraad Breda geregeld. Het gaat daarbij om informatie die noodzakelijk is voor het functioneren van de Cliëntenraad Breda. Hierbij valt o.m. te denken aan: vastgestelde beleidsnota's; ontvangen circulaires van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; kabinetsvoorstellen m.b.t. wijziging van de door de vakdirectie Sociale Zaken uit te voeren wetten - Daarnaast wordt bepaald dat burgemeester en wethouders kosteloos vergaderruimte ter beschikking stellen. Artikel 14 In het eerste en tweede lid van dit artikel is bepaald hoe omgegaan wordt met zaken die niet in de verordening geregeld zijn. In het derde lid is aangegeven dat op de voorzitter én de afvaardigende organisaties van de Cliëntenraad Breda, voor zover de vergaderingen van de Cliëntenraad worden bijgewoond, in aanmerking komen voor een presentiegeldvergoeding op grond van de gemeentelijke verordening inzake presentiegelden. De presentiegeldvergoeding wordt aan de organisaties beschikbaar gesteld. Dit om hen in de gelegenheid te stellen de vergoeding, desgewenst, in enige verhouding te kunnen verdelen tussen het lid en het, in het algemeen even actieve, plaatsvervangend lid. Met betrekking tot het al dan niet gekort worden van een presentiegeldvergoeding 100,96 per bijgewoonde vergadering per 1 januari 2004) op de uitkering van een cliënt-lid wordt het volgende opgemerkt. Als deze vergoeding door één (plaatsver vangend) cliënt-lid wordt ontvangen blijft daarvan een deel vrij 61,25 per maand per 1 juli 2004). Het meerdere wordt op de uitkering in mindering gebracht. Het vrij te laten bedrag van 61,25 per maand is afgeleid van de belastingwetgeving, waarbij inkomsten uit vrijwilligerswerk tot genoemd (omgerekend) bedrag per maand onbelast blijft. Daarnaast kan de Cliëntenraad, op basis van een door het college goed te keuren begroting, de volgende uitvoeringskosten declareren: Scholing, opleiding, documentatie en voorlichting Secretariaats- en bestuurskosten Porto- en telefoonkosten Huur voor gebruik kantoorruimte Representatiekosten Kosten onvoorzien 8 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 122