Uit het dossier is gebleken dat de omgeving van het Oudlandstraatje zich kenmerkt door haar landschappelijke karakter waarin wonen, (agrarische) bedrijvigheid en recreatie samengaan. Uit de stukken, waaronder verklaringen en brieven van belangenhebbenden, blijkt dat het betreffende weggedeelte veelvuldig wordt gebruik om te wandelen. In de zomerperiode wordt het gebied daarnaast veelvuldig bezocht door recreanten afkomstig van de nabij gelegen camping. Door de bosrijke omgeving, het aanwezige padenstelsel en de afwezigheid van gemotoriseerd verkeer is het Oudlandstraatje voor wandelaars een geliefde en veilige weg voor een wandeling. Namens buurtbewoners is een handtekeningenactie gehouden om het bospad open te houden voor wandelaars. De plaatselijke herinrichtingscommissie Weerijs heeft in een schriftelijke reactie aangegeven dat zij overweegt om in de toekomst over het Oudlandstraatje een voor iedereen toegankelijk wandelpad aan te leggen. Volgens de herinrichtingscommissie kan een gedeeltelijke wegonttrekking deze plannen belemmeren. Het Oudlandstraatje sluit op het grondgebied van de naburige gemeente Zundert aan op een sluippaadje over een perceel dat in eigendom is van het Brabants Landschap. Het Brabants Landschap staat het gebruik van dit paadje door wandelaars op dit moment toe. Het Oudlandstraatje is op twee plaatsen afgesloten voor voertuigen en ruiters. Deze afsluiting betreft een houten slagboom welke zonodig en op verzoek door het Brabants Landschap met een sleutel kan worden geopend. Voertuigen kunnen op deze manier het bospad in- en uitrijden voor bijvoorbeeld het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden. Belanghebbende, de heer Stoof, kan via zijn perceel uitwegen op het Oudlandstraatje en heeft derhalve rechtstreeks belang bij het instandhouden van de openbaarheid van het betreffende gedeelte. Deze belanghebbende heeft aangegeven zich niet te kunnen verenigen met afsluiting van het betreffende weggedeelte omdat hij hiervan met een voertuig gebruik wil kunnen maken voor onderhoud van zijn perceel en omdat vrienden en bekenden regelmatig via het betreffende weggedeelte zijn perceel binnenkomen. Het gemeentebestuur stelt zich op het standpunt dat het openbaar houden van het betreffende weggedeelte een algemeen belang dient, te weten de verkeersfunctie. Het gemeentebestuur is ook van mening dat het feit dat het betreffende weggedeelte doodlopend is geen reden mag zijn om iemand het recht op de toegang tot die weg te ontzeggen en om er gebruik van te maken. Voorts wordt aangegeven dat het aan de openbaarheid onttrekken bezwaarmaker de mogelijkheid geeft om het betreffende weggedeelte bij zijn bosperceel te betrekken waardoor er een definitief einde zou komen aan de bruikbaarheid van de weg. Dit laatste is voor het gemeentebestuur absoluut onwenselijk. In dit verband vreest het gemeentebestuur voor precedentwerking. Met in achtneming van voorgaande heeft het gemeentebestuur bij haar belangenafweging het algemeen belang dat is gemoeid bij het behoud van de openbaarheid van het betreffende weggedeelte laten prevaleren boven het persoonlijke belang van bezwaarmaker. Deze belangenafweging komt de commissie gedegen en niet onredelijk voor. Gelet daarop heeft het gemeentebestuur in alle redelijkheid kunnen besluiten het verzoek van bezwaarmaker af te wijzen. IV. Conclusie en Advies Gezien het bovenstaande adviseert de commissie u het volgende besluit te nemen: De bezwaren ongegrond te verklaren. Daarnaast adviseert de commissie u om het bestreden besluit te handhaven. De Adviescommissie bezwaarschriften,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 129