VERSLAG 1.2004.0047.001 van de hoorzitting, gehouden op 12 mei 2004 om 19:30 uur, in het kader van de behandeling van het bezwaarschrift van mr. J.A. Wols namens de heer P.H.J. Klijn met betrekking tot het besluit van de gemeenteraad tot het afwijzen van het verzoek van de heer Klijn om een gedeelte van het Oudlandstraatje te onttrekken aan het openbaar verkeer. Aanwezig: de heer mr. J.J.M. Dosker de heer mr. C. Wallis de heer mr. M. Oonincx voorzitter en rapporteur hoorcommissie lid hoorcommissie ambtelijke bijstand hoorcommissie de heer P.H.J. Klijn de heer H. Schep bezwaarmaker Brabants Landschap, namens bezwaarmaker mevrouw D. van den Berg mevrouw A. Kuijpers gemeente Breda/dienst Stadsbeheer idem De voorzitter opent de hoorzitting, hij stelt de aanwezigen voor en licht kort de historie van het geschil toe. Gevraagd wordt naar de reden voor onttrekking aan de openbaarheid. De heer Klijn geeft aan dat hij eind mei 2002 werd aangesproken door de heer Schep en de heer Martens van Brabants Landschap. Het ging daarbij over het aanpakken van de overlast als gevolg van het gebruik van het, op het terrein van Brabants Landschap, ontstane sluippaadje tussen de Rijsbergseweg en het, in eigendom van de heer Klijn zijnde, Oudlandstraatje. De idee was het betreffende pad af te sluiten om de overlast door wandelaars weg te nemen. Argumenten voor de afsluiting die daarbij werden genoemd waren de bevordering van de rust, de veiligheid, het weren van loslopende honden en het voorkomen van brandgevaar. De heer Klijn kon zich in deze argumenten vinden en zegde toe zijn medewerking aan de afsluiting te zullen verlenen. Afgesproken werd zowel het sluippaadje als de toegang tot het Oudlandstraatje af te sluiten. Kort na realisatie van de afsluitingen zijn beide afsluitingen door wandelaars en omwonenden verwijderd. Informatie bij de gemeente leerde dat het betreffende stuk van Oudlandstraatje was opgenomen op de Wegenlegger en daarop bestemd was tot openbare weg. Een buurman, de heer Stoof, heeft zich in de kwestie gemengd. Deze buurman heeft aangegeven er alles aan te zullen doen om te voorkomen dat het betreffende deel van het Oudlandstraatje aan de openbaarheid wordt onttrokken. Voor deze buurman is de hele zaak een principekwestie geworden. De heer Stoof maakt nooit en te nimmer gebruik van het betreffende stuk weg. De gemeente gebruikt het vermeende gebruik door de heer Stoof echter wel als een van de hoofdargumenten voor de weigering. Ook de overige door de gemeente genoemde argumenten zijn niet overtuigend. Het prevaleren van het vermeende algemeen belang is onvoldoende gemotiveerd. Indien daar wel sprake van zou zijn dan zou de heer Klijn daarmee kunnen leven. Kort wordt ingegaan op de argumenten van de gemeente voor de weigering. Het argument van het advies van de herinrichtingscommissie Weerrijs is onjuist omdat het betreffende stuk weg van negentig meter doodlopend is en zeer zeker geen deel uitmaakt van het stelsel van wandelpaden. Gesteld kan dus worden dat hier geen sprake is van een algemeen belang. Ten tweede is ook de handtekeningenactie ten onrechte als argument gebruikt. Het betreffende deel van het Oudlandstraatje en het sluippaadje vormen immers geen verbindingspad naar de officiële nabijgelegen wandelroute. Voorts blijft de Montenslaan na afsluiting van het betreffende deel van het Oudlandstraatje, op dezelfde wijze als nu het geval is, bereikbaar. Ook het derde argument, het belang van de agrarische activiteiten van omwonenden, is niet steekhoudend omdat in het geheel geen sprake is van enige agrarische activiteit in directe omgeving. De rapporteur vraagt hoe lang het sluippaadje reeds als zodanig in gebruik is. De heer Schep antwoordt dat het pad sinds ongeveer 1986 bestaat. Voor die tijd werd de bestaande wandelroute bereikt via de gebruikelijke weg, dat wil zeggen via de Montenslaan. De heer Klijn licht nog toe dat de heer Stoof woont aan de Rijsbergseweg en als zodanig ook daar kan uitwegen. De heer Klijn zelf woont aan het naamloze deel van het Oudlandstraatje.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 130