Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 24098] Dienst/afdeling: JP Beoordeling. 1. In de voorschriften behorende bij de bestemming is inderdaad een maximaal bebouwingspercentage opgenomen van 70%. Dit is ingegeven door het feit dat op deze manier de ruimtelijke kwaliteit van het gebied kan worden beschermd. Verder is er voor gekozen om in de gevallen waarin wel een groter bebouwingspercentage toegestaan zou kunnen worden dit te regelen via een vrijstelling tot 90% onder de voorwaarden ais opgenomen in artikel 4, lid IV onder 3. Het geheel loslaten van bebouwingspercentages als door reclamant aangegeven is niet mogelijk. Een bestemmingsplan is een de burgers rechtstreeks bindend plan en moet in verband hiermee dan ook voldoende rechtszekerheid bieden. Uit het plan moet objectief vastgesteld kunnen worden waaraan voldaan moet worden. In dit kader dienen dus de grenzen in bijvoorbeeld hoogte, diepte of oppervlakte exact te worden aangegeven. 2. In het vigerende bestemmingsplan "Krogten 1972" is voor gebouwen een maximale hoogte opgenomen van 15 meter en voor bouwwerken geen gebouwen zijnde zoals silo's maximaal 30 meter. Ruimtelijk gezien zijn er geen redenen aanwezig om deze hoogten aan te passen aan de wensen van reclamant. In de grenzen van het plangebied staan namelijk nogal wat woningen. In verband hiermee is het niet voor de hand liggend om in algemene zin grotere maximale hoogten voor de diverse bouwwerken op te nemen. Er kunnen zich echter binnen het plangebied situaties voordoen waar een grotere hoogte kan worden toegestaan. In verband hiermee zijn in de algemene regeling voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde de maximale hoogten uit het bestemmingsplan "Krogten 1972" overgenomen. Afwijking van de hoogte voor gebouwen tot maximaal 30 meter zal mogelijk worden gemaakt via een in het plan op te nemen vrijstellingsregeling. Als nadere voorwaarde zal in ieder geval worden opgenomen dat aanliggende eigendommen (lees woningen) niet onaanvaardbaar in hun gebruik hierdoor worden belemmerd. 3. Vanuit ruimtelijke kwaliteit geredeneerd is het onmogelijk om een algemene maat voor bouwgrenzen aan de wegzijde te formuleren. Maatwerk is hiervoor noodzakelijk. In algemene zin is er voor gekozen de bestaande voorgevels van de bedrijfsgebouwen in de rooilijn te leggen. Daar waar dit mogelijk was is hiervan afgeweken. Conclusie. Deze zienswijze voor wat betreft het gestelde onder 2 gegrond en voor het overige ongegrond te verklaren. 2. Van de Reijt Meststoffen. Inhoud zienswijze. Reclamant ziet beperkingen in de voorschriften als opgenomen in artikel 4 voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf. In het bijzonder gaat het dan om het verplicht bouwen binnen het bouwvlak, de bebouwingspercentages, fixatie van de bouwhoogte en de afstand tot de perceeisgrens. Bedrijven hebben een bepaalde dynamiek om te kunnen ontwikkelen en in te spelen op nieuwe ontwikkelingen en de huidige voorschriften zouden dat niet in zich hebben. Beoordeling. Uit de zienswijze blijkt dat reclamant waarschijnlijk in de veronderstelling is dat de bebouwingspercentages gelden binnen het op de plankaart als één geheel aangegeven bouwvlak en bedrijven in die zin beperkingen krijgen als naastliggende bedrijven deze bebouwingspercentages grotendeels zouden vullen. Deze veronderstelling is echter niet juist. De bebouwingspercentages gelden per bedrijf en worden berekend over het bouwperceel dat het bedrijf ter beschikking heeft. In de voorschriften behorende bij de bestemming is inderdaad een maximaal bebouwingspercentage opgenomen van 70%. Dit is ingegeven door het feit dat op deze manier de ruimtelijke kwaliteit van het gebied kan wordt beschermd. Verder is er voor gekozen om in de gevallen waarin wel een groter bebouwingspercentage toegelaten kan worden, dit te regelen via een vrijstelling tot 90% onder de voorwaarden als opgenomen in artikel 4, lid IV onder 3. Ten aanzien van de bouwhoogte wordt opgemerkt dat in het bestemmingsplan naar aanleiding van de ingediende zienswijze een vrijstelling is opgenomen, welke een grotere bouwhoogte toestaat voor gebouwen dan in het ontwerp van het bestemmingsplan was opgenomen. Onder bepaalde voorwaarden mogen gebouwen nu tot 30 meter hoogte uitbreiden. Ook is de hoogte voor met name silo's in het plan aangepast. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 147