Artikel 16 Zekerheid
Als omstandigheden met betrekking tot de kredietnemer dan wel het doel van de
kredietverlening dit rechtvaardigen, kan de Kredietbank, verlangen dat zekerheid wordt
gesteld, onverminderd het bepaalde in artikel 5, lid 2 van de wet.
Artikel 17 Overige bepalingen
1De Kredietbank verstrekt aan de kredietnemer een door de Kredietbank
ondertekend afschrift van de kredietovereenkomst.
t 2. Van elke aflossing wordt de kredietnemer een bewijs verstrekt, tenzij betaling
heeft plaats gevonden door tussenkomst van een aan het giraal verkeer
i deelnemende instelling.
v3. Na algehele aflossing wordt aan de kredietnemer op zijn verzoek de akte als
bedoeld in artikel 13 afgegeven.
4. De Kredietbank verstrekt op verzoek van de kredietnemer kosteloos een
gespecificeerde afrekening.
Afdeling 4 Aflossing
Artikel 18 Aflossing
1De Kredietbank houdt bij de vaststelling van de betalingsregeling van het krediet
rekening met de aflossingscapaciteit/draagkracht van de kredietnemer.
2. De aflossingscapaciteit wordt vastgesteld aan de hand van de richtlijnen van de
NVVK.
3Als de kredietnemer een inkomen heeft dat het sociaal minimum niet overstijgt
en de vast te stellen aflossing een bedrag overschrijdt, dat in het kader van de
bijzondere bijstand door Burgemeester en Wethouders is vastgesteld, verwijst de
directeur de betrokkene naar de vakdirectie Sociale Zaken, teneinde aanvullende
bijstand aan te vragen voor aflossing van de te sluiten geldlening. De aanvraag
wordt aangehouden in afwachting van de beslissing op de bijstandsaanvraag.
Artikel 19 Vervroegde aflossing
De kredietnemer is te allen tijde bevoegd tot gehele of gedeeltelijke, vervroegde,
aflossing.
7