Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24250]
Dienst/afdeling: CAJZ
Betreft:
Inleiding
Voorstel
Agendapuntnummer: 1f
Aantal bijlagen: -
04/125
Het besluit van 10 juni 2004 tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor een perceel bij Zorgcentrum
Zuiderhout ten behoeve van de aanleg van een parkeerplaats.
Op 10 juni 2004 heeft de gemeenteraad van Breda het besluit genomen tot het nemen van een
voorbereidingsbesluit voor een perceel bij Zorgcentrum Zuiderhout ten behoeve van de aanleg van een
parkeerplaats.
Bij brief van 5 juli 2004 heeft de heer mr. N.Th. ter Haar Romeny namens de heer P.J.M. de Nijs
hiertegen een bezwaarschrift ingediend.
De bezwaren ongegrond verklaren.
Daarnaast adviseert de commissie u om het bestreden besluit te handhaven en het verzoek om
proceskostenvergoeding af te wijzen.
Overeenkomstig het advies van de commissie voor bezwaar- en beroepschriften.
Motivering/Toelichting
De gronden zijn gelegen binnen het bestemmingsplan "Buitengebied" van de voormalige gemeente
Teteringen. Het plan tot aanleg van de parkeerplaats past hier niet in.
De parkeerplaats zal worden aangelegd ten behoeve van het ter plaatse gevestigde zorgcentrum
Zuiderhout in verband met een op handen zijnde uitbreiding van het complex. Door de uitbreiding zullen
parkeerplaatsen verdwijnen welke elders moeten terugkomen. Bovendien dient door de uitbreiding van
het zorgcentrum het aantal parkeerplaatsen te worden vergroot. Door de aanleg van de onderhavige
parkeerplaats wordt hieraan voldaan. Het perceel waarop de parkeerplaats moet komen was een oude
boomgaard behorende bij het zorgcentrum. Deze is inmiddels weggehaald. Het perceel grenst
rechtstreeks aan de ontsluitingsstructuur voor het Zorgcentrum.
Het voorbereidingsbesluit is genomen op basis van artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Hierin is in het eerste lid bepaald dat de gemeenteraad kan verklaren dat een bestemmingsplan wordt
voorbereid. Hierin moet dan volgens het tweede lid worden bepaald voor welk gebied het geldt en met
ingang van welke dag dit in werking treedt.
Op basis van dit voorbereidingsbesluit wordt de mogelijkheid geopend om via toepassing van de
zelfstandige projectprocedure ex artikel 19, eerste lid, WRO medewerking te verlenen aan ontwikkelingen
in het betreffende gebied.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie onder meer
AbRvS 15 januari 2003, Bouwrecht 2003/5) blijkt dat de gemeenteraad, gelet op artikel 21 WRO, een
ruime mate van beleidsvrijheid toekomt voor het nemen van een voorbereidingsbesluit. Voor een
conclusie dat de gemeenteraad niet in redelijkheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit heeft
kunnen komen, bestaat volgens die uitspraak slechts aanleiding indien reeds bij een globale
beschouwing aanstonds duidelijk had behoren te zijn dat de geplande activiteiten in planologisch opzicht
onaanvaardbaar zijn.
Uit hetgeen reclamant in het bezwaarschrift en tijdens de hoorzitting heeft aangevoerd kan de commissie
niet de conclusie trekken dat de geplande activiteiten in planologisch opzicht onaanvaardbaar zijn. Ook
anderszins is de commissie daarvan niet gebleken.
Voorts wijst de commissie erop dat reclamant in de vervolgprocedure inzake de vaststelling van het
bestemmingsplan verschillende (rechts)mogelijkheden heeft.
-1-