Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24312]
Dienst/afdeling: JP
Consequenties
Communicatie
Referendum
Thans bevinden zich tegenover de woning van verzoeker, gescheiden door een ventweg en een
hoofdontsluiting een aantal vrijstaande woningen, bestaande uit drie bouwlagen met een toegestane
absolute hoogte van 10 meter (zonder vrijstelling) op een afstand van circa 28 meter van de perceels-
grens en een wooncomplex met 9 woningen in drie bouwlagen met een toegestane absolute hoogte van
12 meter op een afstand van circa 30 meter.
Voor verzoeker heeft de nieuwe situatie tot gevolg dat de bebouwingsdichtheid van het tegenover de
woning liggende gebied is toegenomen, waardoor het zicht naar het noorden en noordoosten thans wordt
bepaald door woningen en een wooncomplex en niet langer door het onbebouwde parkeerterrein.
Hierdoor is de vrije ruimte voor de woning weliswaar verminderd en treedt er een zeker uitzichtverlies op,
doch is in redelijkheid geen sprake van een aangetaste ligging, daar de aanwezigheid van een sporthal
en de aanblik van een vol parkeerterrein niet bijdraagt tot een hogere situeringswaarde.
De drukte die inherent is aan woningbouw en wordt veroorzaakt door verkeersbewegingen en de
aanwezigheid van meerdere overburen zal van een andere aard zijn dan de drukte die een sporthal met
kantine en een parkeerterrein kan generen, doch kan qua zwaarte van overlast vergelijkbaar zijn.
Wel heeft verzoeker thans te maken met woningen en een wooncomplex, waaruit er zicht is op zijn
woning. De privacy aan de voorzijde van zijn woning is daardoor minder geworden. Vanuit de sporthal,
die schuin ten opzichte van de woning was gelegen, zou inkijk minder constant en beperkter mogelijk zijn
geweest, ook al zou de bebouwing dichter bij het perceel van verzoeker mogelijk zijn geweest.
Hierbij dient opgemerkt te worden dat de openbare weg eveneens inkijkmogelijkheden gaf, waardoor het
nadeel behoorlijk beperkt blijft.
De omstandigheid dat het huidige bestemmingsplan "De Neel" heeft geleid tot een nieuwe woonwijk ten
westen van het perceel van belanghebbende heeft voor hem tot gevolg gehad dat voor zijn woning een
ventweg is aangelegd ten behoeve van de woonwijk waarvan de woning van verzoeker deel uitmaakt.
Hierdoor heeft hij buiten het van oudsher langskomende verkeer eveneens te maken met verkeers
bewegingen uit de nieuwe woonwijk 'De Neel'.
De verkeersdrukte in de omgeving van zijn woning is hierdoor toegenomen, waarbij wordt opgemerkt dat
de nieuwe woonwijk eveneens aan de noordzijde ontsloten is via de Schutsestraat.
De SAOZ komt tot de conclusie dat de planologische maatregel voor verzoeker heeft geleid tot een
nadeliger positie waaruit op grond van artikel 49 WRO voor vergoeding vatbare schade in de vorm van
waardevermindering is voortgevloeid.
Juridische
Tegen het raadsbesluit kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar worden ingesteld bij de
gemeenteraad, waarna beroep openstaat bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling bestuursrecht
spraak van de Raad van State.
Financieel
De kosten van de planschadevergoeding bedragen 8.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente
vanaf de dag van indiening van het verzoek, zijnde 16 december 2003, tot de dag van uitbetaling. De
planschadevergoeding komt ten laste van de dienstbegroting ODB en wordt verantwoord in de jaar
rekening van de dienst.
De verzoekers zijn in het bezit gesteld van een afschrift van het rapport van de SAOZ en een kopie van
het concept-raadsvoorstel en -besluit.
Niet van toepassing.
-2-