Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 24346] Dienst/afdeling: JP Consequenties Communicatie Referendum Tegenover de woning van belanghebbenden mag de nieuwbouw een goothoogte van maximaal 6 meter en een bouwhoogte van ten hoogste 9 meter hebben. De afstand van de op de plankaart aangegeven bouwgrens tot de perceelgrens van verzoekers bedraagt ongeveer 20 meter. In dit geval dient een planologische vergelijking te worden gemaakt tussen het regime van het bestemmingsplan "Buitengebied 1983" en het bestemmingsplan "De Haenen". Voor belanghebbenden heeft de nieuwe planologie tot gevolg gehad dat het vrije uitzicht naar het oosten en noordoosten op agrarisch gebied met beperkte bebouwingsmogelijkheden is komen te vervallen en plaats heeft gemaakt voor zicht op halfvrijstaande woningen. De voorgaande situatie liet slechts de woningen schuin ten zuidoosten aan de overzijde van de straat toe met daarachter een bouwvlak met meer uitgebreide agrarische bebouwingsmogelijkheden. De bouw massa in de directe omgeving van het pand van verzoekers is daardoor in de huidige situatie fors toegenomen. Hierdoor is de situeringswaarde van de woning van verzoekers aangetast. Daarnaast hebben verzoekers te maken gekregen met een toename van de drukte in de directe omgeving van hun huis door meer verkeersbewegingen en hinder voortvloeiende uit de intensivering van hun woon- en leefklimaat. Doordat de nieuw opgerichte woningen enigszins schuin ten opzichte van het pand van belanghebbenden zijn gelegen is de inkijkmogelijkheid beperkt en is er in alle redelijkheid en mede gezien de tussenliggende openbare weg, geen sprake van verlies aan privacy. De SAOZ komt tot de conclusie dat de planologische maatregel voor verzoekers heeft geleid tot een nadeliger positie waaruit op grond van artikel 49 WRO voor vergoeding vatbare schade in de vorm van waardevermindering is voortgevloeid. De planschade is gewaardeerd op 4.000,--. Juridische Tegen het raadsbesluit kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar worden ingesteld bij de gemeenteraad, waarna beroep openstaat bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling bestuursrecht spraak van de Raad van State. Financieel De kosten van de planschadevergoeding bedragen 4.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van indiening van het verzoek, zijnde 23 december 2003, tot de dag van uitbetaling. De planschadevergoeding komt ten laste van de dienstbegroting ODB en wordt verantwoord in de jaar rekening van de dienst. De verzoekers zijn in het bezit gesteld van een afschrift van het rapport van de SAOZ en een kopie van het conceptraadsvoorstel en -besluit. Niet van toepassing. -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 56