Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 24376] Dienst/afdeling: JP Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Agendapuntnummer: 1m Aantal bijlagen: Toekennen pianschadevergoeding aan de heer N.E.P. Meurkens, Effenseweg 38 te Breda. Namens de heer N.E.P. Meurkens is op 31 december 2003 een verzoek om planschadevergoeding ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingekomen. Verzoeker is van mening dat zij door het bestemmingsplan 'Uitbreiding Effen' schade lijdt in de vorm van waardevermindering van hun onroerend goed. Nadat het verzoek ontvankelijk is verklaard, is het ter advisering voorgelegd aan een schadebeoordelings- commissie, de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) in Rotterdam. Besluiten tot het toekennen van planschade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening aan verzoeker overeenkomstig bijgevoegd conceptraadsbesluit. Op de gronden ten noorden van de woning van verzoeker, Effenseweg 38 te Breda, was het bestemmings plan 'Buitengebied Breda', van kracht. Dit plan is vastgesteld door de raad op 16 juli 1992, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 3 februari 1993 en onherroepelijk geworden bij Koninklijk Besluit van 2 augustus 1997. De gronden hadden de bestemming "A(lk +kr)", "agrarisch gebied" met nadere aanduiding "landschappelijke en/of cultuurhistorische waarde en kernrandligging". Ingevolge de voorschriften waren deze gronden bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf; het behoud en/of herstel van de aanwezige land schappelijke en cultuurhistorische waarden en recreatie medegebruik. De gebiedsaanduiding "kernrand ligging" gaf aan dat deze zone een overgangsgebied was tussen het woongebied en het open landschap. Er bevond zich geen agrarisch bouwvlak op deze gronden. Buiten het agrarisch bouwvlak was het oprichten van gebouwen niet toegestaan. Wel mochten bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van agrarische bedrijven worden opgericht met een maximale hoogte van 2,5 meter. Na vrijstelling konden kleine niet voor bewoning bestemde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd ten dienste van openbaar nut, met een maximale goothoogte van 3,5 meter en een maximale oppervlakte van 10 m2. Tevens konden voorzieningen ten dienste van het ontvangen en verzenden van radio- en televisiesignalen worden opgericht, voor zover deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen waren en mits de hoogte maximaal 15 meter bedroeg. Thans vigeert ter plaatse het bestemmingsplan "Uitbreiding Effen", zoals vastgesteld door de raad op 28 juni 2000, goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 3 oktober 2000 en in werking getreden en onherroepelijk geworden op of omstreeks 14 december 2000. Aan de betreffende gronden is overwegend een woonbestemming gegeven met daarnaast een bestemming verkeersdoeleinden en groenvoorzieningen. Het plan voorziet in de oprichting van 25 vrijstaande en halfvrijstaande woningen met maximaal twee bouw lagen en een goothoogte van ten hoogste 4,5 meter, met een maximum bebouwingoppervlakte van 300 m2. Er mag per woning één bijgebouw worden opgericht met een oppervlakte van ten hoogste 75 m2 en een goothoogte van 3 meter. De uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep in het hoofdgebouw, en na vrijstelling in het bijgebouw, is toegestaan, mits geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan het woonmilieu en het niet betreft zodanig verkeersaantrekkende activiteiten ten gevolge waarvan extra verkeersmaatregelen, waaronder parkeervoorziening, noodzakelijk worden. Er is een algemene vrijstellings mogelijkheid van de maatvoering mits de afwijking ten hoogste 10% bedraagt. Vooruitlopend op het bestemmingsplan zijn in 1999 en 2000 voor 12 woningen, Pastoor Anssemstraat 1, 3, 7, 9, 11 en de Meester van Meelstraat 13 5, 7, 118 en 12, met toepassing van een vrijstelling ex artikel 19 WRO bouwvergunning verleend. Voor de overige woningen werd op grond van het bestemmingsplan bouwvergunning verleend. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 59