Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24382]
Dienst/afdeling: JP
Consequenties
Communicatie
Referendum
Vooruitlopend op het bestemmingsplan zijn in 1999 en 2000 voor 12 woningen, Pastoor Anssemstraat 1, 3,
7, 9, 11 en de Meester van Meelstraat 13 5, 7, 118 en 12, met toepassing van een vrijstelling ex artikel
19 WRO bouwvergunning verleend. Voor de overige woningen werd op grond van het bestemmingsplan
bouwvergunning verleend.
In dit geval dient een planologische vergelijking te worden gemaakt tussen het regime van het
bestemmingsplan "Buitengebied Breda" en het bestemmingsplan "Uitbreiding Effen", aangezien dit
bestemmingsplan de gehele woonwijk omvat en niet meer mogelijk maakt dan de met artikel 19 WRO
verleende bouwvergunningen.
Op de gronden gelegen ten noordenwesten van het perceel van verzoeker kon slechts (agrarische)
bebouwing van beperkte omvang en hoogte worden gerealiseerd. Thans is op een afstand van circa 25
meter ten noordenwesten van de woning van verzoeker de dichtstbijzijnde vrijstaande woning gerealiseerd.
Het gaat om in het totaal circa 25 woningen.
Gezien de grotere bouwmassa van de (half)vrijstaande woningen ten noordwesten van de woning van
verzoeker is het uitzicht vanuit de woning door de planologische mutatie verslechterd. Daarnaast is de
situeringswaarde in enige mate afgenomen als gevolg van doorbreking van het voornamelijk agrarisch
karakter naar een woonomgeving.
Tevens is er sprake van intensiever (woon)gebruik, waardoor verzoeker in vergelijking met de vroegere
planologische situatie te maken heeft met een zekere aantasting van de privacy en een, in enige mate,
grotere belasting in de vorm van geluid- en verkeershinder.
De SAOZ komt tot de conclusie dat de planologische maatregel voor verzoeker heeft geleid tot een
nadeliger positie waaruit op grond van artikel 49 WRO voor vergoeding vatbare schade in de vorm van
waardevermindering is voortgevloeid. De planschade is gewaardeerd op 24.000,-.
Juridische
Tegen het raadsbesluit kan ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar worden ingesteld bij de
gemeenteraad, waarna beroep openstaat bij de rechtbank en hoger beroep bij de afdeling bestuursrecht
spraak van de Raad van State.
Financieel
De kosten van de planschadevergoeding bedragen 24.000,- te vermeerderen met de wettelijke rente
vanaf de dag van indiening van het verzoek, zijnde 31 december 2003, tot de dag van uitbetaling. De
planschadevergoeding komt ten laste van de dienstbegroting ODB en wordt verantwoord in de jaar
rekening van de dienst.
De verzoeker is in het bezit gesteld van een afschrift van het rapport van de SAOZ en een kopie van het
conceptraadsvoorstel en -besluit.
Niet van toepassing.
-2-