Parkeerverordening Breda 2005 Artikel 8 Bezoekerskaart, bezoekersvergunning en kraskaart 1Ieder particulier huishouden, woonachtig op een adres binnen een fiscaal vergunninggebied voor parkeerapparatuurplaatsen, heeft in beginsel recht op maximaal één bezoekerskaart. 2. Het college kan nadere regels en voorwaarden stellen aan het gebruik van de in lid 1 genoemde bezoekerskaart (waaronder tarief, tijdvenster, geldigheidsduur, maximale bezoekuren per huishouden per tijdseenheid, etc.). 3Indien een huishouden in aanmerking komt voor een bezoekerskaart conform het gestelde in lid 1 en lid 2, kan het college deze verlenen indien de beschikbare parkeercapaciteit zulks naar het oordeel van het college toelaat. 4. Eigenaren of houders van motorvoertuigen kunnen indien zij bewoner zijn van een door het college conform artikel 3 aangewezen belanghebbendengebied in door het college nader te bepalen gevallen een vergunning verkrijgen ten behoeve van hun bezoekers (bezoekersvergunning en kraskaart). 5. Bewoners, niet zijnde eigenaren of houders van motorvoertuigen kunnen, indien zij bewoner zijn van een door het college conform artikel 3 aangewezen belanghebbendengebied, in door het college nader te bepalen gevallen een vergunning krijgen ten behoeve hun bezoekers (bezoekersvergunning en kraskaart). 6. Indien een bewoner in aanmerking komt voor een vergunning t.b.v. hun bezoekers conform lid 4 en lid 5, kan het college deze vergunning verlenen indien de parkeercapaciteit in het betreffende vergunninggebied zulks naar het oordeel van het college toelaat. Artikel 9 Prioriteitstelling vergunningverlening Het college verleent de hiervoor genoemde vergunningen onder de volgende prioriteitsstelling: a. Eerst worden per gebied de basisvergunningen uitgegeven, voor zover de beschikbare parkeercapaciteit in het door het college conform artikel 3 aangewezen gebied dit naar het oordeel van het college toestaat. De datum van aanvraag bepaalt de volgorde van uitgifte. b. Nadat de onder a genoemde basisvergunningen zijn verleend, worden, indien de beschikbare parkeercapaciteit het toelaat, vervolgens de eerste jaarvergunningen, geldig voor het vigerende kalenderjaar, uitgegeven, waarbij de datum van aanvraag de volgorde van uitgifte bepaalt. c. Nadat de onder b genoemde eerste jaarvergunningen zijn verleend, worden, indien de beschikbare parkeercapaciteit dit naar het oordeel van het college toelaat, vervolgens de tweede en daarna de volgende jaarvergunningen uitgegeven, waarbij de datum van aanvraag de volgorde van uitgifte bepaalt. d. Indien een basisvergunning niet uitgegeven kan worden vanwege een tekort aan parkeercapaciteit in het betreffende gebied, wordt de aanvraag op een wachtlijst geplaatst. De datum van aanvraag bepaalt de volgorde op de wachtlijst. e. Aan het eind van elk kalenderjaar worden voor het volgende jaar eerst de aanvragen voor een basisvergunning van de eventuele wachtlijst uitgegeven, voordat de jaarvergunningen worden uitgegeven. Artikel 10 Maximaal aantal vergunningen binnen vergunninggebied 1Per door het college conform het bepaalde in artikel 3 aangewezen vergunninggebied wordt het aantal verstrekte parkeervergunningen in beginsel gemaximaliseerd op 120% van het aantal beschikbare parkeerplaatsen. 2. Het college kan, in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, per gebied een ander maximaal percentage vaststellen, waarbij zij ondermeer rekening houdt met specifieke gebiedsafhankelijke factoren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 84