Toelichting op de Parkeerverordening Breda 2005 Afdeling IV Straf-, overgangs- en slotbepalingen 4 Artikel 18Verbodsbepaling gebruik parkeerapparatuurplaats en -apparatuur Ook dit artikel bevat enkele verbodsbepalingen voor gedragingen die niet gefiscaliseerd kunnen worden. Deze bepalingen moeten, ongeacht of tot fiscalisering wordt overgegaan of niet, in de verordening opgenomen worden. Het is volgens het eerste lid eveneens verboden is te parkeren in strijd met bepaalde in de kennisgeving op de parkeerapparatuur gegeven aanwijzingen. De bepaling dat het verboden is te parkeren 'in strijd met enige in de kennisgeving op de parkeerapparatuur gegeven aanwijzing' is minder geschikt omdat op de meter ook pleegt te worden vermeld hoeveel moet worden betaald. Het niet betalen zou daarmee onder het strafrecht worden gebracht wat na invoering van de fiscalisering niet de bedoeling is. Artikel 20Strafbepaling Artikel 154 van de Gemeentewet bepaalt dat gemeenten op overtreding van hun verordeningen een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie kunnen stellen. Openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak kan als bijkomende straf op een overtreding worden gesteld. Gezien de ernst van een parkeerovertreding lijkt het minder gewenst om daarop een geldboete van de tweede categorie te stellen, (in 2004 is dat 225,- Het openbaar maken van de rechterlijke uitspraak is een bijkomende strafwaarvan bij parkeerovertredingen weinig effect te verwachten valt. Het opnemen in de Parkeerverordening is daarom achterwege gelaten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 92