Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 24682] Dienst/afdeling: CAJZ Betreft: Inleiding Voorstel Motivering/Toelichting Consequenties Agendapuntnummer: 1m Aantal bijlagen: - 2 - Bezwaarschrift van de heer mevrouw H. Leijten en D.E. van Tussenbroek tegen het besluit van de raad van 28 april 2004 waarbij een voorbereidingsbesluit is genomen voor het gebied gelegen aan de Grintweg 22 en de Kluisstraat. Op 28 april 2004 is een voorbereidingsbesluit genomen voor het gebied gelegen aan de Grintweg 22 en Kluisstraat. Op 16 juli 2004 is dit besluit in werking getreden. Bij brief van 23 augustus 2004 hebben de heer mevrouw H. Leijten en D.E. van Tussenbroek hiertegen een bezwaarschrift ingediend. Conform het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften de bezwaren ongegrond verklaren en het bestreden besluit in stand laten. Het voorbereidingsbesluit is genomen op basis van artikel 21 van de WRO. Hierin is in het eerste lid bepaald dat de gemeenteraad kan verklaren dat een bestemmingsplan wordt voorbereid. Hierin moet dan volgens het tweede lid worden bepaald voor welk gebied het geldt en met ingang van welke dag dit in werking treedt. Op basis van dit voorbereidingsbesluit wordt de mogelijkheid geopend om via toepassing van de zelfstandige projectprocedure ex artikel 19, eerste lid, WRO door middel van vrijstellingverlening medewerking te verlenen aan ontwikkelingen in het betreffende gebied. Teneinde aan het verzoek tot het oprichten van 2 windturbines aan de Grintweg 22/Kluisstraat te voldoen is reeds eerder op 10 juli 2003 een voorbereidingsbesluit genomen. Op het moment van definitieve vrijstellingverlening verreist de wet een juridische grondslag in de vorm van een geldend voorbereidingsbesluit. Teneinde medewerking te kunnen verlenen aan het verzoek voor het oprichten van 2 windturbines is nogmaals een voorbereidingsbesluit genomen. Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (zie onder meer AbRvS 15 januari 2003, Bouwrecht 2003/5) blijkt dat de gemeenteraad, gelet op artikel 21 WRO, een ruime mate van beleidsvrijheid toekomt voor het nemen van een voorbereidingsbesluit. Voor een conclusie dat de gemeenteraad niet in redelijkheid tot het nemen van een voorbereidingsbesluit heeft kunnen komen, bestaat volgens die uitspraak slechts aanleiding indien reeds bij een globale beschouwing aanstonds duidelijk had behoren te zijn dat de geplande activiteiten in planologisch opzicht onaanvaardbaar zijn. Uit hetgeen reclamanten in het bezwaarschrift hebben aangevoerd kan niet de conclusie worden getrokken dat de geplande activiteiten in planologisch opzicht onaanvaardbaar zijn. Ook anderszins is daarvan niet gebleken. Het vrijstellingsbesluit ex artikel 19, eerste lid van de WRO is op 5 oktober 2004 genomen (verzonden 7 oktober 2004). Ook de vereiste bouwvergunning is inmiddels aangevraagd. Tegen deze besluiten hebben reclamanten nog (rechts beschermings)mogelijkheden. Reclamanten kunnen dan bezwaar maken tegen de bouwvergunning en hierbij mede hun bezwaren uiten tegen de vrijstelling ex artikel 19, eerste lid van de WRO. Juridische: Belanghebbenden kunnen tegen de beslissing op bezwaar binnen zes weken beroep instellen bij de rechtbank Breda. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 50