Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24526]
Dienst/afdeling: CAJZ
Consequenties
Communicatie
Referendum
Volgens SAOZ ontleent dit deel van het object van reclamant zijn hoogste waarde aan de hoedanigheid
van burgerwoning c.a. en niet aan bouw- en gebruiksmogelijkheden voor een agrarisch bedrijf. Het
feitelijk bestaande, doch formeel met de bestemming strijdige gebruik is hiermee gelegaliseerd, terwijl
reclamant thans ook bouwmogelijkheden heeft gekregen welke hij voorheen als niet agrariër ontbeerde.
Ten aanzien van de overige gronden van reclamant is volgens SAOZ (p. 8) van belang dat de wijziging
van "agrarisch" in "natuur" leidt tot een beperking van de aanwendingsmogelijkheden hiervan. Zo is
gebruik hiervan voor agrarische bedrijfsdoeleinden niet langer toegestaan en mogen bepaalde werken en
werkzaamheden, anders dan in het kader van normaal onderhoud, alleen na verlening van een
aanlegvergunning worden uitgevoerd. Dit deel van de planmutatie dient dan ook in beginsel als
planologisch nadelig te worden aangemerkt.
Naar het oordeel van de SAOZ heeft de planologische wijziging zowel een voordeel als een nadeel
opgeleverd voor reclamant.
Volgens de SAOZ (p. 10) wordt miskend door reclamant dat de natuurbescherming niet tot gevolg heeft
dat reclamant en/of eventuele rechtsopvolger de gronden in de huidige inrichting als tuin in stand moet
houden, met alle daaraan verbonden hoge kosten van dien. Net zo min als de uitvoering van een
bestemmingsplan verplicht is of zou kunnen worden, kan reclamant of kan zijn rechtsopvolger verplicht
worden om de feitelijke als "tuin"ingerichte gronden ook in de toekomst als zodanig te onderhouden.
Daarnaast is niet bij voorbaat uitgesloten dat de natuurbescherming zich als zodanig niet verzet tegen
een mogelijke (her)inrichting van een deel van de gronden tot weiland, alwaar reclamant hobbymatig
paarden e.d. zou kunnen houden, zulks temeer net omdat een weiland eerder als dienstig aan natuurlijke
en landschappelijke waarden kan worden aangemerkt dan een tuin. De aanleg van drainage en het
bemesten van de gronden is - anders dan reclamant meent - in de planvoorschriften niet verboden of
aan een aanlegvergunningplicht gekoppeld.
Het door het SAOZ uitgebrachte advies is te beschouwen als een advies als bedoeld in artikel 3:9 Awb.
Het is de commissie niet gebleken dat het advies van de SOAZ op onjuiste wijze is totstandgekomen of
dat daaraan anderszins gebreken kleven. Reclamant heeft de inhoud van dat advies ook niet bestreden
door overlegging van een deskundig tegenadvies. Ook op de aangevoerde klachten (t.a.v. het concept
advies) wordt in het definitieve advies ingegaan.
Het bestreden besluit kan derhalve - naar het oordeel van de commissie - in stand blijven.
Belanghebbenden kunnen binnen zes weken beroep instellen tegen de beslissing op bezwaar bij de
rechtbank Breda.
Niet van toepassing.
Niet van toepassing.
-4-