Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 24700]
Dienst/afdeling: AB
2.4. Onderhoud Planon
Op basis van de gesprekken met besturen en het doorlichten van Planon blijkt het noodzakelijk dit jaar
een bedrag tot ruim 1.040.151 op te nemen voor onderhoud, (primair onderwijs en WEC onderwijs)
Overheveling onderhoud en aanpassingen voortgezet onderwijs
Zoals onder 2.3 al aangekondigd, treedt er met ingang van 2005 een wijziging op met betrekking tot het
onderhoud en aanpassingen voor het voortgezet onderwijs (Aanpassingen voortgezet onderwijs).
Het kabinet heeft namelijk besloten de verantwoordelijkheid voor de voorzieningen onderhoud
(buitenkant) en aanpassingen in het voortgezet onderwijs per 1 januari 2005 over te hevelen van
gemeenten naar schoolbesturen.
Concreet betekent dit dat vanaf 1 januari 2005 schoolbesturen in het voortgezet onderwijs (inclusief de
SVO scholen én de Praktijkschool) verantwoordelijk zijn voor alle aanpassingen en onderhoud aan de
gebouwen. Schoolbesturen kunnen na de wetswijziging voor die zaken geen beroep meer doen op de
gemeente.
Gemeenten blijven verantwoordelijk voor nieuwbouw, uitbreiding, eerste inrichting, medegebruik, herstel
en vervanging in verband met schade in geval van bijzondere omstandigheden, huur sportterrein en
herstel constructiefouten.
Het desbetreffende wetsvoorstel behelst een overgang zonder afrekentraject en zonder
overgangsregeling. De overheveling gaat per 1 januari 2005 gepaard met een uitname uit het
gemeentefonds van 274.000 structureel voor Breda. Op landelijk niveau worden deze middelen via een
lump sum vergoeding overgeheveld naar de VO scholen. Daarnaast wordt het voor de VO scholen
beschikbare budget landelijk in 2005 en vervolgens in 2006 structureel verhoogd.
Uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat gemeenten op 1 januari 2005 geen zorgplicht meer hebben
voor onderhoud/aanpassingen VO, en deze voorzieningen derhalve niet meer hoeven te bekostigen.
Naar verwachting treedt de wet echter pas medio 2005 met terugwerkende kracht (tot 1 januari) in
werking. Dit betekent dat gemeenten de zorgplicht voor die voorzieningen op 1 januari 2005 formeel nog
wel hebben, maar vanwege een structurele verlaging in het Gemeentefonds geen financiële middelen
meer ontvangen om deze nieuwe voorzieningen te bekostigen.
Omdat de weigeringsgronden limitatief in de Verordening en wetgeving zijn vastgelegd en er veelal geen
reden is om de voorziening op inhoudelijke grondslag te weigeren, wordt de raad voorgesteld, conform
het advies van de VNG, de zogenaamde financiële weigeringsgrond toe te passen. Dat houdt in dat bij
de vaststelling van het Programma 2005 een bekostigingsplafond van 0 voor deze categorie
voorzieningen moet worden vastgesteld. Voor een verdere inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar
de standpuntbepaling van de gemeente terzake (bijlage 5) bij de ter inzage liggende stukken.
2.5. Stelposten
In het Programma is een aantal stelposten opgenomen voor spoedeisende voorzieningen in het jaar
2005 voor een totaal bedrag van 665.000 (buitenreguliere leerlingentellingen 400.000 (benoemd
onder Capaciteit); onuitstelbare aanpassingen vanwege ARBO of brandpreventie 250.000 (vermeld
onder Veiligheid en Gezondheid) en tussentijds noodzakelijke haalbaarheidsonderzoeken 15.000
(eveneens onder Capaciteit)).
2.6. Indexering
Volgens artikel 41 van de Verordening stellen Burgemeester en Wethouders jaarlijks de normbedragen
bij op basis van de in de bijlage van de Verordening opgenomen systematiek van prijsbijstelling.
Als basis daarvoor wordt genomen het door de VNG jaarlijks uit te brengen advies over de
prijsbijstellingsfactoren. Het VNG advies voor 2005 is nog niet bekendgemaakt. Om die reden bevinden
zich de bedragen in het Programma nog op het prijspeil 2004. De indexering (2005) wordt na
bekendmaking door de VNG in de begrotingswijzigingen verwerkt. De besturen zullen hiervan schriftelijk
in kennis worden gesteld.
>w
-4-