1. Inleiding
In juni 2003 heeft de gemeenteraad het meerjareninvesteringsplan onderwijshuisvesting
(MJP) vastgesteld. Het plan bevat de meerjarenplanning voor de onderwijshuisvesting in de
periode 2003-2006 en een doorkijk voor de planperiode 2007-2010. Voor de periode 2003-
2006 is een investeringsvolume beschikbaar van 54 miljoen. In het MJP is op basis van
strategische keuzes aangegeven wanneer bouwprojecten gedurende de planperiode naar
verwachting zullen worden uitgevoerd en tegen welke kosten. Het huidige scholenbestand, de
verwachte ontwikkelingen in de leerlingenaantallen en de spreiding van schoolgebouwen over
de stad zijn hierbij betrokken.
In de bij het MJP behorende beleidsregels zijn budgetplafonds vastgesteld voor de
voorzieningen technische kwaliteit, veiligheid en gezondheid en functionele kwaliteit.
Vanwege het maximaal beschikbare investeringsbudget van 54 min. hebben toevoegingen
en verschuivingen directe gevolgen voor de financiële haalbaarheid van andere projecten in
het meerjarenplan. De voor het MJP gehanteerde uitgangspunten en criteria zijn daarom ook
voor het Programma 2005 onverkort toegepast.
De schoolbesturen hebben voor het jaar 2005 in totaal 347 aanvragen ingediend voor
voorzieningen op het terrein van capaciteitsuitbreiding, eerste inrichting, aanpassingen,
alsmede een aantal aanvragen voor onderhoud. De aanvragen zijn met toepassing van de in
de Verordening en het MJP opgenomen beoordelingscriteria getoetst op noodzakelijkheid,
onuitstelbaarheid en uitvoerbaarheid in 2005.
Pijlers voor de beoordeling van de aanvragen zijn de leerlingenprognoses, de
Planongegevens en de nulmeting.
Leerlingenprognoses
Voor het basisonderwijs is bij de beoordeling van de aanvragen gebruik gemaakt van
leerlingprognoses van de gemeentelijke afdeling Onderzoek en Informatie van juli van dit jaar.
Anders dan voorgaande jaren wordt niet meer gewerkt met het DMW model, maar wordt het
nieuwe model GBPRO gebruikt. Verder is na overleg met een afvaardiging van de PO kamer
van de Schoolraad besloten om de gegevens van de korte termijnprognoses meer in
verband te brengen met de lange termijngegevens.
Op deze wijze is de nieuwe prognose een combinatie van 2 methoden:
a. voor de periode 2004-2009 wordt uitgegaan van de korte termijnprognose op
basis van het doorschuiven van leerlingen op school in combinatie met de
berekende instroom vanuit de bevolkingsprognose en
b. voor de periode na 2010 wordt uitgegaan van lange termijnprognose op basis van
een prognose van het aantal kinderen van 4-12 jaar per buurt en de
belangstelling per school.
Dit betekent dat de prognose meer geschikt is voor zowel de korte als voor de lange termijn.
De prognose van juli 2004 geeft voor het basisonderwijs in totaal weliswaar slechts een
geringe afwijking te zien ten opzichte van de vorige prognose uit 2003, maar op onderdelen
vinden wel verschuivingen plaats. De nieuwe prognose methodiek is in september aan de
Schoolraad gepresenteerd en toegelicht.
Planon
Voor onderhoudsvoorzieningen wordt vanaf 2004 gewerkt met het
vastgoedregistratiesysteem van Planon. Op basis van overeenstemming met de
desbetreffende schoolbesturen over de Planon rapportage worden de uit te voeren
onderhoudsvoorzieningen voor het komende jaar vastgelegd.
