nulmeting De aangepaste nulmetingen zijn in het voorjaar van 2004 naar de schoolbesturen gestuurd. In het voorjaarsoverleg (bilateraal met de schoolbesturen) is verzocht de nulmetingen voor akkoord te ondertekenen en terug te sturen, dan wel opmerkingen door te geven. Enkele besturen hebben de nulmeting nog niet voor akkoord getekend. Daarover is nog overleg gaande. Onderdeel van dit Huisvestingsprogramma 2005 is een schematische weergave van het Programma, waarin de goedgekeurde voorzieningen zijn weergegeven en Het Overzicht, waarin opgenomen de aanvragen die niet op het Programma zijn geplaatst. Verder is aan dit Programma toegevoegd een uitgebreide toelichting c.q. motivering van de opgenomen c.q. afgewezen voorzieningen. Deze motivering komt in de plaats van de beschikkingen. 2. Algemene uitgangspunten programma 2005 Het Programma 2005 is opgesteld overeenkomstig de beoordelingscriteria in de Verordening en het MIP, met dien verstande dat: 1Haalbaarheid realisering in 2005 aannemelijk moet zijn (d.w.z. een definitief ontwerp en reële kostenraming aanwezig). 2. Uitgegaan is van de financiële normen in de Verordening, tenzij door omstandigheden de reële kostenraming tot een andere uitkomst leidt. 3. Om zeker te zijn van de uitvoerbaarheid van de voorziening in 2005 en ter voorkoming van budgetproblemen tijdens de uitvoering is in het Programma slechts bouwbudget opgenomen, indien beschikt wordt over een definitief plan met directiebegroting. In bepaalde situaties kan echter volstaan worden met een voorlopig ontwerp in de planvorming om op het Programma te worden opgenomen. De planontwikkeling heeft veelal kunnen plaatsvinden met gebruikmaking van een in een eerder programma vastgesteld voorbereidingskrediet. Op deze wijze wordt onderuitnutting van de kredieten zoveel mogelijk voorkomen. In het Programma zijn de eerder verstrekte voorbereidingskredieten in mindering gebracht op de geraamde stichtingskosten. Overeenkomstig artikel 12 van de verordening neemt de raad de door de besturen gevraagde voorzieningen in het programma op, indien met de werkzaamheden in het volgende jaar kan worden aangevangen en geen van de in de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de expertisecentra (WEC) en de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) opgenomen weigeringsgronden van toepassing is. Kort samengevat zijn deze weigeringsgronden: 1. met de gewenste voorziening kan niet in het jaar 2005 worden aangevangen; 2. de gemeente is in financiële zin niet verantwoordelijk voor de gevraagde voorziening (bv binnenonderhoud), derhalve geen voorziening als bedoeld in art. 2 van de Verordening; 3. de gewenste voorziening is niet gerechtvaardigd op grond van de leerlingenprognose; 4. er kan op andere wijze in de huisvestingsbehoefte worden voorzien (bv medegebruik); 5. de school beschikt volgens de normen in de Verordening al over voldoende capaciteit; 6. de gewenste voorziening is anderszins niet noodzakelijk (bv gevraagd onderhoud is uitstelbaar); 7. het door de raad vastgestelde bedrag voor onderwijshuisvesting is niet toereikend. Overeenkomstig de Verordening wordt bij het voortgezet onderwijs slechts uitbreiding toegestaan, indien het genormeerde capaciteitstekort meer bedraagt dan 10% van de beschikbare bruto vloeroppervlakte. In de toelichting/motivering van het Programma wordt bij de afzonderlijke aanvragen de (on)mogelijkheid tot verwijzing naar leegstand aangegeven. De leerlingtelling van 1 oktober 2004 is in het Programma verwerkt. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2004 | | pagina 94